Afhankelijk van de korrelgrootte, min. 10 mm. Dikte tussenlaag ongewapend
Tenminste 30mm. Dikte tussenlaag gewapend
50 mm en meer, indien niet hechtend aan de draagvloer.
Wapening
Betonstaal Ø 4-200.
Slijtvastheid
Volgens Nen 1042, Par. 4.2 Tabel- 1 Classificatie van de slijtvastheid.
Druksterkte tussenlaag
Volgens NEN 2741, D30.
Eigenschappen
Naadloze, stroeve dekvloer met een esthetische functie.
Ruwheid
Bepaal klasse op grond van monster.
Grootte van de ruwheid - TD (Textuurdiepte).
Indeling
Klasse ruwheid
Sand-patch diameter cm
Textuurdiepte
Zeer groot
<16
>12
Groot
16-18
12-9
Matig
18-22
9-6
Gering
22-32
6-3
Zeer gering
>32
<3
Toepassingen verkeer
In het werk vervaardigde dekvloeren voor binnen en buiten, daar waar hoge
eisen worden gesteld aan de esthetische eigenschappen. De dekvloer heeft geen
constructieve functie. Bij gebruik van harde toeslagstoffen is de dekvloer
bestand tegen intensief verkeer.
Speciesamenstelling toplaag
De receptuur is afhankelijk van de korrelvorm en de korrelgrootte (Fm).
Samenstelling, globaal:
1 volumedeel cement
1/2 volumedeel zand
3 volumedelen grovere toeslagmaterialen.
Speciesamenstelling
tussenlaag
Volgens NEN 2741, D30, Bijlage B.
Cement
Volgens NEN 2741 en NEN 3550.
Zand en Grind
Volgens NEN 2741 en NEN 5905.
Hulpstoffen
Volgens NEN 3532.
Draagvloeren
In het werk gestort gewapend en ongewapend beton volgens de geldende
betonvoorschriften. Voorts uit elementen samengestelde steenachtige vloeren
zoals bijv. combinatievloeren, systeemvloeren en anderen draagvloeren.
Toelaatbare onvlakheid
Normale Eisen
Afstand tussen de
meetpunten m
Maximaal toelaatbare
onvlakheid mm
1
5
4
10
10
12
15 en meer
15
Voegen dilataties Dilataties in de draagvloeren dienen te worden voortgezet in de
dekvloer. De dilatatieprofielen verankeren aan de draagvloer
Voegen krimpvoegen Terrazzovloeren moeten worden uitgevoerd in velden van ten hoogste
20m2 waarvan de langste zijde niet langer is dan 5 meter. Vloeren
die een L-vorm hebben of een breedte die plaatselijk is versmald, dienen
door één of meer krimpvoegen te worden verdeeld in velden van
rechthoekige vorm.
Voegstrippen Voegstrippen bestaan meestal uit brons, messing of kunststof. Materialen
die het milieu van beton niet verdragen mogen niet worden verwerkt.
Kunststofstrip
Messingstrip
Voorbeelden krimpvoegen
Indien tengevolge van krimp op bepaalde plaatsen in een vloer te hoge
trekspanningen kunnen optreden, kan ter plaatse een voeg worden aangebracht.
Een alternatief voor het aanbrengen van een voeg is het opnemen van een
versterking in de dekvloer. Hierdoor wordt scheurvorming niet voorkomen, de
nadelige gevolgen ervan worden echter beperkt.
UITVOERING
Voorbehandeling
De draagvloer dient schoon te zijn en vrij van losse delen. Indien zich
een cementslikhuid op de draagvloer bevindt, deze verwijderen. De vloer
één etmaal voor het aanbrengen van de dekvloer verzadigen met
leidingwater.
Verwerking tussenlaag
Met cementpasta een "aanbrandlaag" aanbrengen. Hierbij mogen
geen plassen ontstaan. Op de nog glanzende "aanbrandlaag" de
aardvochtige specie aanbrengen die dient te worden verdicht. De tussenlaag
mag niet glad worden afgewerkt.
T.b.v. het aanbrengen van de strippen, groeven in de verse specie
trekken. De strippen worden verankerd door de "eigen
profilering". Hierdoor dienen deze te worden aangewerkt met specie.
Wapening tussenlaag
Bij gebruik van krimpwapening dient de wapening steeds boven het midden van de
tussenlaag te worden aangebracht doch tenminste 10mm onder de bovenkant van
deze tussenlaag. Om dit te realiseren dient het aanbrengen van de tussenlaag
in twee afzonderlijke lagen te geschieden. Met dien verstande dat dat in één
arbeidsgang plaatsvindt. De netten betonstaal moeten elkaar over een breedte
van tenminste 200 mm overlappen. De wapening voor het aanbrengen van de 2e
laag met bijvoorbeeld een bezem inwassen.
Nabehandeling tussenlaag
Indien de wachttijd voor het aanbrengen van de toplaag meer is dan een
dag, dient de tussenlaag tegen te grote droging te worden afgedekt met
kunststoffolie.
Verwerking toplaag
Werkwijze: Spreid de specie vlak uit en rol zonder wringen,
met een voldoende zware wals kruislings in twee richtingen. Bevochtig de
wals indien nodig tijdens het rollen.
Verwijder de bovenkomende cementbrij. De kwaliteit van de vloer is sterk
afhankelijk van de zorgvuldigheid waarmede het walsen geschiedt en van de duur
van deze bewerking. De walsrichtingen dienen elkaar te kruisen. Het walsen
dient te worden voortgezet totdat geen cementbrij meer aan het oppervlak
verschijnt. Vervolgens de toplaag dichtspanen. De tijd die mag verlopen tussen
opeenvolgende walsgangen is een kwestie van ervaring. In de regel voert men -
afhankelijk van omstandigheden als temperatuur en binding van het cement - de
laatste walsgangen uit verscheidene uren na het aanbrengen. Hierdoor verkrijgt
men een goede verdichting en beperkt men de krimp. Eventueel kan men tijdens
het walsen nog toeslagkorrels op het oppervlak strooien en inwalsen.
Uitwassen
De toplaag ontdoen van cementslik met behulp van een borstel. Het uitwassen
dient zodanig te geschieden dat de korrels zichtbaar worden en sprake is van
een gelijkmatige textuurdiepte. Het uitwassen kan eveneens een dag na het
aanbrengen van de toplaag geschieden. In de regel wordt hierbij gebruik
gemaakt van mechanische hulpmiddelen.
Scheurvorming
De meeste voorkomende schade aan terrazzo is scheurvorming. Hier kunnen
verschillende oorzaken voor zijn, zoals een instabiele ondergrond, thermische
spanningen of een slechte uitvoering. Natuurlijk kan er ook sprake zijn van
een combinatie van oorzaken.
Instabiele
ondergrond De meeste scheuren in terrazzovloeren hebben letterlijk een onderliggende
oorzaak, bijvoorbeeld een niet voor terrazzo geschikte draagvloer. De
terrazzolaag zelf is ongewapend, relatief stijf en kan weinig trekkrachten
opnemen. De laag is nauwelijks in staat om de bewegingen in de constructie van
het gebouw op te vangen. Het is daarom van belang een onderliggende
constructie te hebben die zo min mogelijk spanningen en beweging doorgeeft aan
de terrazzolaag.
Een ongewapende draagvloer die direct op de aardbodem is gelegd, is een
voorbeeld van een vloer die bewegingen in de ondergrond makkelijk doorgeeft
aan de terrazzolaag. Die bewegingen kunnen zowel in de draagvloer als in de
terrazzovloer tot breuk leiden.
Een op staal gefundeerd gebouw en/of gestorte draagvloer zal zich na
voltooiing 'zetten'. Hierbij vindt doorgaans een kleine zakking plaats.
Wanneer die verplaatsing gelijkmatig is, heeft dit nauwelijks consequenties
voor de constructie. Ongelijkmatige verplaatsingen (eenzijdige verzakking)
leiden echter vaak tot breuk in de draagvloer en de daarop gelegen
terrazzolaag.
Vergelijkbare breuken kunnen ontstaan door ongelijkmatige inklinking van de
bodem, bijvoorbeeld door uitdroging, maar ook door onderspoeling als gevolg
van een lek riool. In kerkgebouwen, waar vloeren nogal eens direct op de
aardbodem zijn gelegd, is de vloer doorgaans gescheurd in de buurt van de
versnijding van de fundering van muren en kolommen. Bij zakking van de bodem
blijft de vloer hangen op de versnijding en breekt als gevolg van de
ongelijkmatige belasting.
Onvoldoende dilataties (voegen) Thermische werking - het uitzetten en krimpen van materiaal door
fluctuaties in temperatuur - en zettingen kunnen bij terrazzovloeren leiden
tot scheuren.
Om dat te voorkomen worden dilatatiestrips ingebracht. Wanneer onvoldoende
strips zijn toegepast, is het risico aanwezig dat scheuren ontstaan. Naast het
ontstaan van deze scheuren kan de terrazzotoplaag door thermische spanningen
ook loskomen van de onderlaag.
Uitvoeringsfouten Een terrazzovloer kan krimpscheuren bevatten. Krimpscheuren kunnen tijdens
het droogproces ontstaan wanneer bij het aanmaken van de terrazzospecie te
veel water wordt gebruikt. De water-cementfactor mag maximaal 0,4 zijn - dat
wil zeggen 40% van het cementgewicht aan water. De mate van vochtigheid van de
tussen- of draagvloer evenals die van het toeslagmateriaal zijn mede van
invloed op die water-cementfactor.
Een te snelle droging kan ook oorzaak zijn van scheurvorming. Door het verse
werk af te dekken tegen ongunstige klimaatcondities kan dit worden voorkomen.
Ook het gebruik van te veel cement kan tot scheurvorming leiden. De norm NEN
1042 geeft aan: 1 deel cement op 2,5 deel gemengde toeslag. Scheuren kunnen
bovendien ontstaan door het onvoldoende verdichten - door rollen of walsen -
van de vloer.
Klimaatomstandigheden en gebruik De aanwezigheid van centrale verwarming
(radiatoren) leidt er soms toe dat vloeren plaatselijk sterk worden verwarmd.
Die ongelijkmatige verdeling van temperatuur in de vloer kan tot uitdroging,
spanningsverschillen en vervolgens tot scheuren leiden. Zelfs eenzijdige
verwarming van de zon kan, wanneer de vloeren onvoldoende zijn gedilateerd,
aanleiding geven tot scheurvorming en/of tot het loskomen van de
terrazzovloer. Het gebruik van agressieve (zure) reinigingsmiddelen kan ook
tot schade aan de vloer leiden. Het bindmiddel en de kalkhoudende vulstoffen,
zoals marmer, kunnen oplossen.
Verlies van hechting tussen de lagen
Door zettingen en thermische en/of mechanische spanningen kunnen de
verschillende lagen van de vloerconstructie los van elkaar komen. Zo kan de
terrazzolaag loskomen van de tussenlaag of draagvloer en de tussenlaag van de
draagvloer. Een losgekomen terrazzovloer of tussenvloer onderscheidt zich door
de hollere klank bij het belopen van de vloer.
Altijd zal het principe van de draagconstructie in een schadeanalyse
meegenomen moeten worden. Zo zijn terrazzovloeren die op staal- of
houtconstructies zijn aangebracht in de regel bewust losgehouden van de
draagvloer. Ook is het mogelijk dat de hechting tussen de lagen vanaf de
aanleg van de vloer onvoldoende is geweest door een slechte uitvoering.
Beschermingsmaatregelen
De toplaag minstens zeven dagen (zonodig langer, totdat de verlangde
kwaliteit is bereikt), beschermen tegen uitdroging, door afdekking met
bijvoorbeeld: PVC-folie. De folie dient met ruime overlappingen te
worden aangebracht.
Reiniging
Zodra de toplaag de verlangde kwaliteit heeft bereikt kan de cementfilm
(cementsluier) worden verwijderd. Hiertoe dient de toplaag op royale
wijze te worden nat gemaakt met leidingwater. Vervolgens kan met een met
water verdund zoutzuurmengsel het oppervlak worden gereinigd en
schoongespoeld.
Toelichting: Aangezien zoutzuur het bindmiddel aantast, dient het
gebruik hiervan te worden beperkt. Azijnzuur mag nimmer worden gebruikt.
Kleurstoffen organische pigmenten
Indien gewenst, kleurstof toevoegen tot ten hoogste 5% van het
cementgewicht. De kleurstof en het cement droog voormengen.
Algemeen
Kunstharsdispersie kan worden gebruikt indien het 50% vastestof bevat.
Ingebruikneming
Op de terrazzovloer mag gedurende de periode van nabehandeling geen
verkeer worden toegelaten.