Het
Fink-vakwerk dankt zijn naam aan de Duits-Amerikaanse ingenieur Albert Fink, die
met zijn in 1854 gepatenteerde ontwerp van een vakwerk
vele bruggen
ontwierp voor de Amerikaanse spoorwegen. De eerste Fink-brug zag het licht in
1852, over de rivier de Monogahela in Fairmont (West-Virginia, VS). Vooral in de tweede helft van de 19e eeuw zijn veel Fink-bruggen
gebouwd.
Het Fink-vakwerk werd ontworpen voor de onderzijde van het brugdek omdat
dan eenvoudig een kruisverband tussen top en voet van de verticalen mede voor
stabiliteit zorgt. Een Fink-vakwerk aan de bovenzijde van het wegdek wordt daarom
een omgekeerd Fink-vakwerk (inverted Fink truss) genoemd, maar
niet altijd wordt de toevoeging "omgekeerd" gebruikt.
Tegenwoordig zien we eigenlijk uitsluitend omgekeerde Fink-vakwerkbruggen.
Omdat o.m. de kruisverbanden tussen de staanders ontbreken moeten meestal andere
oplossingen gevonden worden om de stabiliteit te garanderen.
Stabiliteit
Het (omgekeerde) Fink-vakwerk dankt, naast een dwarsverbinding tussen de
tegenover elkaar liggende staanders, medezijn stabiliteit aan:
- het gebruik van verschillende diagonalen (kabels) die onder verschillende
hoeken van de top van de palen (staven, staanders) naar een punt onder een
andere paal lopen, aan of net onder het wegdek; de langste diagonaal loopt zo van het midden van de brug (de middelste paal) naar
de aanhechting van het vakwerkdeel (landhoofd of tussenpijler)
- het feit dat de paal (staaf, staander) tot onder het onderste punt
van de diagonalen (kabels) ligt.
Voordelen van het Fink-vakwerkbrug
- eenvoudig te standaardiseren (veel lengtes zijn in de oorspronkelijke
ontwerpen hetzelfde, waardoor de brug gemakkelijk in elkaar is te zetten)
- goed te vervoeren (in de 19e eeuw was het in de VS handig kortere lengtes
bouwmateriaal te hebben)
- in beginsel eenvoudig ontwerp (kan architectonisch interessant zijn)
- vakwerk is zowel boven als onder het wegdek te plaatsen (geldt voor veel
vakwerksoorten).
Nadelen Fink-vakwerkbrug
- soms een beetje knullig en een wat onaf uiterlijk (maar ook wel een fraai
voorbeeld van een technische oplossing en de meeste hedendaagse ontwerpen zijn
zeer aantrekkelijk)
- stabiliteit is wat moeilijk verkregen.
Hedendaagse varianten (geen foto's beschikbaar i.v.m. copyright, zoek even met
Google o.d.):
- Passerelle La Défense, Parijs, van SBP
consulting engineers (mooi!)
- Forthside Footbridge, Stirling (Schotland), van WilkinsonEyre
- Royal Victoria Dock Foot bridge, Londen, van Lifschutz
Davidson Sandilands.
Het Fink-vakwerk wordt vooral in bruggen gebruikt, maar ook wel in woonhuizen
als een spant.
fink-vakwerkbrug, northern virgina railway bridge, 1875
(draagconstructies, prof. ir. rob nijsse, tu
delft):
fink-vakwerk brug; bruggenhoofd, halve overspanning en rechts
dwarsdoorsnede met een kruisverband; klik voor groter:
(omgekeerd) fink-vakwerkbrug, kabels (diagonalen) in rood en staven
(palen) in paars; het deel onder het wegdek is hier weggelaten
(draagconstructies, prof. ir. rob nijsse, tu
delft):
(omgekeerd) fink-vakwerk, flemington, hunterdon county, new
jersey, vs; klik voor groter! (foto jack
boucher, wikipedia):