Ook:
centrale aanleg. Centraalbouw
is het
verschijnsel dat een bouwwerk in zijn geheel gericht is op een centraal
middelpunt. Rond dit punt kan het gebouw in een cirkel of veelhoek
gebouwd zijn, in de vorm van een klaverblad of bijvoorbeeld in de vorm van een Grieks kruis (een kruis waarvan de
vier leden even lang zijn). De bouwelementen vinden hun plaats
rond het centrale bouwdeel.
De vanzelfsprekende overkapping van een ronde ruimte is het koepelgewelf.
Centrale aanleg kan (in tegenstelling met een axiale
aanleg):
- de samenhang en gelijkheid benadrukken tussen gebouwdelen rond het midden
- de aandacht trekken naar het midden van de "cirkel"
- de blik omhoog trekken bij een koepel als gewelf.
Wanneer de plattegrond een cirkel beslaat, wordt ook van rotonde
gesproken (let op: ook de ronde centrale hal in een gebouw wordt rotonde
genoemd, denk aan Villa Rotonda van Palladio, afbeelding verderop).
De Grieken maakten gebruik van de centraalbouw in de tholos (een ronde tempel
met een koepel).
Bij de Romeinen vinden we deze bouw o.m. bij het mausoleum
(grafmonument). De
Renaissance volgde deze lijn, bijvoorbeeld in de kerk van de Sint-Pieter in het Vaticaan,
hoewel dit een overgang is van de laat-Renaissance naar de Barok
(de
omgeving van de Sint Pieter in Google Maps). In de Renaissance werden ook niet-kerkelijke gebouwen
soms in centraalbouw uitgevoerd.
Veel nieuwe protestantse kerken zijn gebouwd in centraalbouw omdat de
preek en daarmee de preekstoel het middelpunt van de dienst is.
Het plein van de Sint Pieter heeft echter een duidelijke axiale
aanleg, d.w.z. met een duidelijke middenas.