![]() |
![]() |
![]() |
Ook:
non-res (non-residential ofwel niet-woningbouw). Naast
woningbouw kennen we ook utiliteitsbouw, dus alle gebouwen of nog te
bouwen vastgoed zonder woonbestemming.
Utiliteit heeft betrekking op
"nut" en "bruikbaarheid". De utilitaire functie is
dus bijvoorbeeld gericht op het nut of de bestemming van het gebouw of bouwwerk.
Utilitaire gebouwen zijn gebouwen die
in beginsel voor iedereen bruikbaar zijn, bijvoorbeeld een kantoor, fabriek, gemeentehuis, parkeergarage,
beursgebouw, congresgebouw, kerk, school, warenhuis, watertoren.
Bouwactiviteiten
zijn onderverdeeld in enerzijds Burgerlijke en Utiliteitsbouw (B&U
waarvan de burgerlijke bouw de woningbouw omvat) en anderzijds Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW,
eigenlijk vaker Infra genoemd).
Woningbouw (Burgerlijke bouw) behoort niet tot
utiliteitsbouw.
Een paar opmerkingen vooraf
- De indeling tussen de diverse sectoren of soorten utiliteit is discutabel en
zal afhangen van de situatie. Welke activiteiten worden bestreken door bepaalde
(bouw)bedrijven kan meespelen in de benoeming van de sector of sectoren waarin
men actief is.
- Soms kan één (samengesteld) gebouw in meer sectoren vallen of wel/geen
utiliteit, bijvoorbeeld een gebouw met winkels op de begane grond en woningen
erboven.
- Soms kan een bepaalde categorie in meer sectoren voorkomen (een parkeergarage
is commerciële dienstverlening maar eigenlijk ook wel te beschouwen als
maatschappelijk georiënteerd).
- Soms is het een accent-verschil: een bankgebouw is meer een gebouw om in te
werken, een bankfiliaal (zolang er nog één bestaat) is waarschijnlijk
commerciële dienstverlening en héél lang geleden ook wel een maatschappelijk
georiënteerd gebouw. En bijvoorbeeld het postkantoor bestaat niet meer.
Sectoren of soorten utiliteitsbouw
Sectoren of aandachtsgebieden in Utiliteitsbouw zijn o.m.:
Commercieel:
gebouwen met een duidelijke, niet-industriële werkbestemming: kantoren, bankgebouwen, ...
commerciële dienstverlening: winkels, supermarkten, grootwarenhuizen, winkelcentra, bouwmarkten, garages, bankfilialen, opslagruimtes (magazijnen), logistieke centra (distributiecentra), beursgebouwen, ...
horeca: cafés, restaurants, hotels, ...
agrarische gebouwen: boerderijen, stallen, veestallen, silo's, schuren, tuinbouw-kassen, ...
Industrieel:
fabrieken (staal, auto, scheepsbouw e.d.), bedrijfshallen, loodsen, industriële woningbouw ("prefab woningen"), ...
Maatschappelijk (ook: Institutioneel):
maatschappelijk georiënteerde gebouwen: onderwijsgebouwen (scholen, universiteiten e.d.), stadhuizen en gemeentehuizen, bibliotheken, musea, andere overheidsgebouwen, stations, kerken, buurthuizen, vergadergebouwen, gevangenissen, begraafplaatsen (mortuaria, creamatoria, columbaria e.d.), ...
verzorgingsinstellingen: ziekenhuizen, verpleeghuizen, ...
nutsvoorzieningen: energiecentrales, waterleidingbedrijven en watertorens, rwzi's (rioolwaterzuiveringsinstallaties), rioleringen, zonneparken, windmolenparken, transformatorhuisjes, energie-opslag (tanks e.d.), koeltorens, hoogspanningsmasten, vuilverbrandingsinstallaties, ...
verkeersvoorzieningen: stationsgebouwen, vliegvelden, benzinestations, remises, parkeergarages, ...
gebouwen voor sport- en recreatie: sportgebouwen (sportstadions, sporthallen, sportparken, zwembaden, ijshallen e.d.), bowlinghallen, bioscopen, theaters en concertgebouwen, vakantieparken en zelfs vakantiewoningen, voetbalkantines, ...
Infra, ook genoemd infrastructuur of grond- weg- en waterbouw (GWW):
wegen (landwegen), spoorwegen, waterwegen, waterwerken, sluizen, dijken, dammen, kaden, bruggen, tunnels, viaducten, aquaducten, ecoducten, fly-overs, dive-unders, gemalen, molens, remmingwerken, ...
Een andere indeling is (indeling Jellema):
Productie en Distributie
Dienstverlening
Onderwijs, Cultuur en Recreatie
Gezondheidszorg
Verkeersvoorzieningen
Horeca
Gebruiksfuncties van gebouwen zijn:
Woonfunctie (geen utiliteit)
Bijeenkomstfunctie
Celfunctie (cellen, gevangenis)
Gezondheidsfunctie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
Overige gebruiksfunctie
Bouwwerk geen gebouw zijnde
Jellema (deel 7, 2004) geeft ook het volgende overzicht van Bouwwerken:
Gebouwen:
Wonen: woningen, woongebouwen, verzorgingstehuizen, woonwagens enz.
Overige activiteiten: werkplaatsen, bedrijven, kantoren, scholen, sportgebouwen, theaters, musea, kerken, stations, winkels, ziekenhuizen, laboratoria, stallen, opslag- en distributiegebouwen, parkeergarages, remises enz.
Civiele en militaire bouwwerken:
Verkeer, vervoer, transport: land- spoor - en waterwegen, vliegvelden, bruggen, viaducten, aquaducten, tunnels, rioleringen, transportleidingen enz.
Grond- en waterkering, regulatie, beheersing, beheer: dijken, kaden, dammen, damwanden, sluizen, irrigatiewerken, gemalen, funderingsconstructies enz.
Opslag en verwerking van stoffen: opslagtanks, opslagkelders, waterreservoirs, watertorens, silo's, rwzi's, vuilverbrandingsinstallaties enz.
Energievoorziening en telecommunicatie: energiecentrales, verdeelstations energie, koeltorens, hoogspanningsmasten, schoorstenen, zend- en ontvangstations enz.
Militaire verdedigingswerken: verdedigingslinies, observatieposten, ondergrondse opslagen, raketinstallaties enz.
watertoren: ![]() |
kantoren: ![]() |
Zie ook gebruiksfunctie.
Eng. nonresidential building, (soms met koppelteken) non-residential building