Een
spiltrap is een wenteltrap waarbij alle treden aan één kant
vastzitten, aan de spil (de as). Een
spiltrap met een buitenboom heeft een robuust uiterlijk en is met name
geschikt voor grotere hoogteverschillen omdat er minder
"veer" in de traptreden optreedt.
Belangrijk bij trappen, maar zeker bij spiltrappen:
De breedte van de treden moet redelijk zijn, zodat er normaal gelopen kan worden, dwz. eigenlijk minimaal 80 cm (dat correspondeert met de ronding die u aangeeft, als dat niet het hele trapgat is tenminste want dan wordt het wel erg smal).
Zorg, als dat mogelijk is, dat de bovenste trede wat uitsteekt (als het ware een L-vorm van boven gezien) zodat binnen een klein trapgat de klimlijn toch niet te steil wordt.
Dito voor de eerste trede, wellicht kan die wat "eerder beginnen".
Let erop dat de treden wel gedeeltelijk over elkaar gaan (van boven gezien), maar dat niet het scheenbeen gestoten wordt bij het naar boven lopen, of de kuit bij het naar beneden lopen natuurlijk.
De looplijn ligt bij een spiltrap duidelijk meer aan de buitenzijde omdat de loopruimte in de buurt van de spil niet voldoende is: de looplijn bevindt zich op ca. 2/3 vanuit de spil.
Als een gladde traptrede de voorkeur heeft, denk dan aan rubberen strips (bij hout in te slijpen).
Bij een spiltrap of draaitrap met stootbord bij voorkeur geen stootbord (openingen tussen de treden) of het stootbord schuin weglopend, dwz. onderaan dieper doorlopend, ook tegen het stoten van het scheenbeen en de kuit.
een trap met drie spillen (eigenlijk een wenteltrap), arch. van den pauwert: |
Zie
ook trap en voorbeelden
van trappen.
Verg. wenteltrap, Engelse
trap, spilsteektrap.
Eng. spiral stair, helical stair, solid newel stair (let op: een
"spiral stair" is feitelijk een trap die naar boven toe taps
toeloopt, in tegenstelling met een "helical stair" die
cilindrisch loopt)