kloostermop

Ook: mop, kloostersteen, monnikssteen; soms: mof, moffe, moef, poep. Een kloostermop is een grote maat baksteen van wisselend formaat die vaak in een kloosteroven zijn gebakken. 
De afmetingen van de kloostermoppen verschillen van ca. 30-38 x 14-18 x 8-12 cm (l x b x h), terwijl de "standaard" kloostermop 28,5 x 13,5 x 8,5 cm is (met een vrij brede voeg wordt dit 30,0 x 15,0 x10,0 cm).

Ca. 1200 werd in Nederland, vooral in Groningen, Friesland en Drenthe, bij kloosters begonnen met het bakken van stenen; eigenlijk weer begonnen met bakken omdat de kennis sinds de Romeinen verloren was gegaan. Vaak geldt de regel: hoe dikker de mop, hoe ouder hij is.
De kloostermop had in het begin dezelfde grootte als de geïmporteerde tufstenen uit de Eifel. Later ging men kleinere stenen bakken, omdat die beter hanteerbaar waren.

kloostermoppen (rechts) met op de hoek natuursteen (tufsteen), hervormde kerk leermens; klik voor groter (copyright dig keur, vademecum de late middeleeuwen, uitgeverij profiel):

kloostermoppen (drents landschap):

v.l.n.r.: kloostermop, ijsselsteen (ijselsteen of lilliputtertje), hedendaagse baksteen (stichting kennisnet):

Het onderdeel klooster is afkomstig van het feit dat in de begintijd van de stenen huizen vooral (Friese) kloosters in steen werden gebouwd.
Aan het onderdeel mop kan de algemene betekenis homp, klomp, brok ten grondslag liggen; bron Etymologiebank. 

Eng. cloister brick; (large brick as used in the Middle Ages)