Estrik heeft meer betekenissen:
estrik als gebakken plavuis (de meest voorkomende betekenis)
1. Ook:
plavuis; soms: tuimelaar. De estrik is vooral een
gebakken,
geglazuurde vloertegel. Meestal is de estrik van rood aardewerk en eventueel
bruin, geel of groen geglazuurd of grijs gesmoord.
Afmetingen zijn zeer verschillend maar oorspronkelijk altijd vierkant: van 11 x
11 cm tot 30 x 30 cm, vroeger kwam vaak de maat 13 x 13 voor.
De estrik was altijd een handgevormde tegel en vrij dik, maar tegenwoordig uiteraard ook
machinaal gemaakt.
Enkele benamingen:
- gebakken tegels heten plavuizen.
- geglazuurde plavuizen heten estriken.
- ongeglazuurde plavuizen heten tuimelaars.
- natuurstenen vierkante tegels werden in de Middeleeuwen ook estriken
genoemd (de gebakken vloertegel was hiervan een imitatie).
Voor een artikel
over de estrik van Rikus Oswald, directeur van de Harlinger
Aardewerk- en Tegelfabriek.
Voor handgevormde tegels zie o.m. Harlinger
Aardewerk- en Tegelfabriek.
Voor antieke plavuizen en estriken zie bijvoorbeeld De
Opkamer.
estrikken (de steenen vloer): |
|
voorbeelden van harlinger aardewerk- en tegelfabriek: |
onbeschilderd:
|
diverse kleuren: |
bruin: |
gesmoord: |
De term estrik, meervoud estriken (vroeger estrikken), is afkomstig van het
middeleeuws-Latijnse astricus of astracus (plaveisel).
Eng. earthenware floor tile