boerderette

Ook (België, Frankrijk, soms in Nederland): fermette, soms: woonboerderij. In Nederland is boerderette de benaming van een landelijke, vrijstaande woning met veel kenmerken van een traditionele boerderij, maar uitsluitend in uiterlijk. Er is geen of nauwelijks uitoefening van het boerenbedrijf; bewoning uitsluitend door niet-boeren. In Nederland komt dit woningtype voor vanaf het einde van de 20e eeuw.

Veel aspecten van een boerderette die niet op een traditionele boerderij van toepassing zijn:
- te grote ramen (niet landelijk, vooral als ramen vanaf de grond reiken, glazen staldeuren)
- te strakke daken of te weinig hellende daken
- te brede dakkapellen
- te luxe uitvoering
- niet-landelijke kleuren (roze, geel, grijs, te fel rood)
- gebouw hoger dan uitsluitend begane grond en een (ruime, hoge) zolder.

Soms heeft de boerderette ook kenmerken waarvan men veronderstelt dat die bij een boerderij behoren (een karrenwiel als hekje of plafondlamp, een melkbus als paraplustandaard of brievenbus).

De boerderette is een door het publiek geliefde bouwstijl en daarom opgenomen in menig bouwcatalogus. De boerderette werd en wordt door architecten verafschuwd, omdat het niet authentiek is (alsof veel andere stijlen dat wel zijn). Architecten beschouwen de boerderette als foute catalogusbouw omdat het uiterlijk van het verleden, maar constructie en comfort hedendaags en omdat er geen boerderijfunctie is (wordt bewoond door niet-landbouwers).
De boerderette is een voorbeeld van de "historische" boerenwoning, vergelijkbaar met de grachtenpandjes van veel nieuwe woonwijken. Vanaf het moment dat architecten, ontwikkelaars en gemeenten wat meer naar de klant luisterden, kregen de historiserende woningtypen hun plaats in het wat duurdere segment aan de rand van stad en dorp.

De term fermette bestaat in België al veel langer (bron Geschiedenis van de fermette): "Vanaf de 50-er jaren worden veel boerenlanden samengevoegd en kunnen niet-boeren de boerderijen kopen voor gebruik als woonhuis of gecombineerd als atelier. (...) Kleine boerderijen worden verlaten en door niet-landbouwers opgeknapt als woning.
(...) Al vlug kan het aanbod de vraag niet meer volgen. Daarom trekt men vanaf de jaren 1960 ook nieuwbouw op in een stijl die doet denken aan boerderijtjes. Zo krijgt de term fermette een tweede betekenis: een nieuwbouwwoning in hoevestijl." 
De term fermette werd al wel gebruikt bij de opgeknapte boerderij die niet meer door de boer werd bewoond.


voorbeelden van boerderettes (habé, bouwen in stijl):


niet wat je boerderette noemt, maar deze woningen heten schuurwoning (finnhouse, model schuurwoning):


en dit fraaie model landelijke woning wordt door finnhouse
loftwoning genoemd:


De term boerderette is waarschijnlijk simpelweg een verkleining van het woord boerderij, analoog aan de verkleinende vorm fermette die bij ferme behoort (Franse ferme is boerderij, fermette is dan letterlijk: kleine boerderij). Mogelijk is ook dat boerderette een samentrekking is van boerderij en fermette.

Zie eventueel rood-voor-rood.
Zie eventueel boerderij voor allerlei typen boerderijen (echte).