|
|
|
|
Een
blinde nis of blindnis is een nis die slechts in schijn aanwezig is.
Op de plaats waar de deur of het venster zou zitten, is meestal metselwerk aangebracht,
soms gepleisterd of anderszins
afgewerkt, bijvoorbeeld door vlechtwerk. Vaak is de nis wel één of een paar centimeter diep (de muur in).
Een blindnis kan ook beschilderd zijn waardoor een raam, vensterhekje of zelfs gordijn
wordt gesuggereerd; zo'n blindnis wordt ook wel schijnvenster genoemd (verg. schijnvoeg).
Soms wordt een blindnis toegepast om een saai vlak te doorbreken. Bij de
Geertekerk in Utrecht (foto verderop) is dat wellicht gebeurd: de kerk lijkt te
weinig "body" te hebben als de blinde nissen echte vensters zouden
zijn. (De zijbeuken zijn later aangebouwd, ca. 1400, terwijl de kerk dateert van
vóór die tijd en een Romaanse kerk verving.)
In vroeger tijden werd een vensteropening wel eens dichtgemetseld om vensterbelasting
te vermijden.
blinde nis (boekje vaktaal van groninger kerken):  |
twee blindnissen gevuld met siermetselwerk, kerkje aduard, uit het boek "vroomheid in hout en steen" van drs. r. steensma:  |
drie blind gemaakte vensters (2 op begane grond, 1 op 1e verdieping); wellicht omdat pas zeer laat in het bouwtraject de vensters niet meer gewenst waren (of omdat het een cataloguswoning kan zijn en aanpassen op deze manier het gemakkelijkst is); overigens een wonderlijke "dakkapel"; klik voor groter (foto joostdevree):  |
geertekerk in utrecht, de blinde vensters zijn zó omvangrijk dat die waarschijnlijk nooit als echt venster bedoeld zijn (de zijbeuken zijn van later datum); klik voor groter (foto joostdevree):  |
Verg.
boogveld,
blinde muur, blinde
paal.
Eng. blind recess