1. De
wiep of stroknijprol (stro-knijp-rol) is de rieten rol onderaan
bijvoorbeeld de kap van een hooiberg.
De functie van de wiep is te vergelijken met een knelplank
(knijpplank, knijpdeel, kneldeel).
Het Instituut voor de Nederlandse taal
verwoordt een wiep als volgt: "cilindervormige worst van rijshout met
kruis- of knijpbanden of wiepbanden (= wilgenrijs) samengebonden, gevlochten
rijswerk".
2. In de
waterbouwkunde is een wiep een "ineengewerkte bos rijshout die met tenen banden is samengebundeld tot een goed gesloten
rol en die gebruikt wordt voor o.a. zinkstukken",
met omtrek van ca. 50 cm. De ineengewerkte bos rijshout wordt bundel
genoemd.
(Deze betekenis is al in
het Middelnederlands bekend; bron Instituut voor de Nederlandse taal.)