Enneüs Heermabrug (in de volksmond "de BH-brug"
genoemd), architect Nicholas
Grimshaw.
Als een golvend lijnenspel van witte bogen overspant de Enneüs Heermabrug de 230 m water tussen de Amsterdamse nieuwbouwlocatie IJburg en het vasteland.
De constructie van de vijf overspanningen waaruit de brug bestaat is al even dynamisch als de vormgeving. De golvende vormen verwijzen naar het water en het gelede uiterlijk is geënt op het skelet van een krab. Het gelede uiterlijk van de bogen is essentieel in het architectonisch ontwerp, waardoor elk constructiedetail moest passen in de ontwerpfilosofie van de architect.
De vlakke aanbruggen zijn ondanks hun ondersteuningen met schuin geplaatste pendelkolommen de meest eenvoudig ogende onderdelen van het geheel. Spectaculair zijn de twee bruggen met een overspanning van elk 75 m, waarvan de spatkrachten uit de bogen in de constructie worden opgevangen door
trekstangen onder het dek. De schuin geplaatste buitenbogen verhogen de dynamiek. Aan de landzijde liggen de boogeinden op rubberen blokken. Aan de andere zijde zijn ze scharnierend verbonden met de betonnen pijlers, waarop ook het middelste brugdeel rust. De boog van deze 30 m overspannende contravorm is naar beneden gericht. Het dek vangt de druk op, terwijl de boog op trek wordt belast.
Van dichtbij is de brug wat grof gedetailleerd en de veelheid aan
stabiliteitskruisen zorgen voor een onrustig beeld. De omgekeerde middenbogen lijken – strikt constructief gezien – overbodig. Maar mét deze middenbogen beantwoordt de brug wel aan de primaire verwachting: een prachtige poort naar
IJburg.
De specifieke vorm van de brug stelt een gigantisch reptiel voor, een verwijzing naar de tijd dat het
IJ nog een zeearm was.
Locatie: tussen Zeeburgereiland en Steigereiland (IJburg), Amsterdam
Opdracht: Gemeente Amsterdam
Architectuur: Nicolas Grimshaw & Partners, Londen (UK)
Constructief ontwerp: Ingenieursbureau Amsterdam, Amsterdam
Uitvoering: HBG Civiel, Gouda
Staalconstructie: HBG Steel Structures, Schiedam o Engineering Iv-Consult, Papendrecht
Fotografie: Luuk Kramer, Amsterdam
Zie ook: Bouwen met Staal 161 (2001), p. 18-25. Zie Bouwenmetstaal.
2. Spatkrachten bij een fundering
Aanbrengen funderingsbalken Workumer jachthaven.
De funderingsbalken worden gestort in een zgn. PS-bekisting (polystyreen,
mogelijk ook hier als verloren bekisting). Om de spatkrachten van de spanten met een vrije overspanning van 34
m op te kunnen nemen, worden er onder de ringbalk kespen (dwarsbalken) gestort van 1,80
m lengte, waaronder een drukpaal en een trekpaal.
3. Spatkrachten bij een loods
Het paradak heeft als kenmerk dat het een vrije overspanning heeft. Om derhalve de spatkrachten op te kunnen vangen, zijn trekstangen aangebracht tussen de einden van het dak.
Het ligt eraan voor welke constructie is gekozen. Bij steunberen van beton zijn de trekstangen niet nodig. Bij de systeembouw voor deze kazerne wel.
Zie Reno Projecten.
4. Spatkrachten spelen rol bij ramp Roissy-terminal?
Instorten van vertrekhal Roissy blijft mysterie. Een betonnen paneel dat naar beneden kwam of stalen spanten die hun spatkrachten niet kwijt konden op de betonnen kolommen? Voorlopig blijft het nog gissen naar de oorzaak van de instorting van de Roissy-terminal op luchthaven Charles de Gaulle zondagmorgen vroeg. Daarbij vielen vier doden.
(Uit Cobouw.)
5. Spatkrachten bij een dakconstructie
Aan de nok valt duidelijk af te lezen waar de spanten zich binnen het gebouw bevinden. Terwijl de nokbalk mettertijd last kreeg van de zwaartekracht, kan men zeggen dat de buitenmuren geen last hebben ondervonden van de spatkrachten (uitknikken van de muren) en dit allicht door het gebruik van massieve houten binnenmuren waarop de spanten telkens geplaatst werden.
7. Ander stramien maakt scheve Y-kolommen nodig, waardoor spatkrachten optreden
Zowel de parkeergarage als de kantoren van het WTC zijn voor het grootste deel opgetrokken uit prefab beton. Voor het aansluiten van de kantoren op de parkeergarage moest een speciale oplossing gevonden worden. De
stramienmaat van 17
m die voor de garage is aangehouden, correspondeerde namelijk niet met de
stramienmaat van 14,40
m voor de kantoren. De oplossing is gerealiseerd door middel van scheef gezette Y-kolommen in combinatie met
trekbalken om de spatkrachten op te vangen.
8. Tenslotte
Bij het bouwen van een school: "Gekozen is voor een vloerdikte van 450 mm, die
plaatselijk is verdikt tot 500 mm. De vloeren koppelen in horizontale zin de vakwerkspanten en nemen tevens de spatkrachten op."