1.
Schulpen is het overlangs zagen van hout,
d.w.z. in de lengterichting (de lange
zijde van de plank, dus in de richting van de houtvezels). Dat zagen
kan zowel in de dikte als in de breedte plaatsvinden. De eerste foto toont het schulpen van de breedte van een plank.
Met de bandzaagmachine kan het hout ook overlangs in de dikte gezaagd
worden waardoor een dikte van ca. 30 mm wordt gebruikt voor het
vervaardigen van 9 mm parket. Bij eikenhout gebeurt dit vóór het
drogen om een beter resultaat te verkrijgen wat betreft rechtheid,
vlakheid en kleurenhomogeniteit.
Het woord schulpen is een jongere vorm van het Middelnederlands schorpen,
schurpen (opensnijden van een lichaam, ontweien); bron Etymologiebank.
Eng. to rip(saw)
2. (a) Schulpen is het schelpvormig uitsnijden.
(b) Schulpen is als het meervoud te beschouwen van schulprand. Een schulprand is een
schelpvormige afwerking
van bijvoorbeeld houtwerk of zonwering.
Het woord schulp (meervoud schulpen) is in deze betekenis afkomstig
van het woord schulp als synoniem voor schelp (schaal van een
weekdier); bron Etymologiebank.