Integraal
Ontwerpen van bijvoorbeeld gebouwen is voortgekomen uit onvrede om steeds
opnieuw ontwerpen van het ene systeem in het andere in te voeren en om
de daarmee samenhangende faalkosten
te verlagen.
Er
zijn bij het ontwerpen en de realisatie van een gebouw zoveel partijen
betrokken dat eigenlijk elke vorm van integraal ontwerpen aangegrepen
zou moeten worden. Uiteindelijk zal de beste methode, of meestal de
één na beste, het winnen. Integraal ontwerpen kan het MKB
voordelen bieden omdat de onderlinge samenwerking verbetert: voor grotere
projecten hoeven niet altijd de "grote jongens" worden gekozen omdat
de structuur van zo'n samenwerkingsverband ook grotere projecten zal
toelaten.
Uiteindelijk zal de opdrachtgever er ook beter van worden: in een vroeg stadium
weet deze wat er exact gebouwd gaat worden, wat de kans op wijzigingen in een
later stadium alleen maar zal verkleinen en de totaalkosten kan verlagen.
Aanhaling van best wel reële maar wat gechargeerde beweringen in het boek
Integraal Ontwerpen van Techniek
Nederland:
- "Opdrachtgevers zijn ondeskundig en willen voor een dubbeltje
op de eerste rij zitten.
- Architecten ontwerpen mooie bouwwerken die technisch niet zijn te
realiseren, ze zijn warrig en voelen zich verheven boven andere
partijen.
- Aannemers zijn boeven die hun winstmarges halen uit meerwerk.
- Installateurs zitten altijd te klagen dat ze worden geknepen.
- Onderhoudsbedrijven zijn uitvoerders, geen adviseurs.
Op die manier is het niet vreemd als partijen elkaar passeren en er
vervolgens gebouwen verrijzen die onpraktisch zijn, duur in het
gebruik, lastig te onderhouden en snel aan veroudering onderhevig
zijn."
Ook de exploitatiefase kan bij het Integraal Ontwerpen worden betrokken:
een in aanvang wat duurdere oplossing kan, bijvoorbeeld door een langere levensduur of
door een grotere flexibiliteit, op de wat langere termijn voordeliger
zijn.
Een uitbreiding van Integraal Ontwerpen is ketensamenwerking of ketenintegratie
in de bouw: een vorm van samenwerking van opdrachtgever, projectontwikkelaar,
architect, constructeur, aannemer, installateur, leverancier/fabrikant en eindgebruiker.
Juist als de focus meer op de eindgebruiker is gericht (bijvoorbeeld door de financiële
crisis, de bouwstop van de overheid, de koopstop van klanten), is
ketensamenwerking niet alleen gewenst maar ook noodzakelijk om de klant
"over de streep" te trekken met een aantrekkelijk aanbod met minder
faalkosten en meer inzicht voor de klant. Prefab bouwelementen kunnen hier een
grote rol bij spelen (plug-in-bouwdelen).
Overigens, "ingenieurs willen alleen bouwen met bewezen
techniek" zou om een andere reden ook in dat trieste plaatje van
ontevredenen passen.
De bouwwereld wordt wel eens vergeleken met de automobielindustrie, waarbij
aangehaald wordt: "In de woning- en utiliteitsbouw gaat het meestal om
unieke producten. Dat betekent een vrij grote kans op wijzigingen vroeg of laat
in het ontwerpproces en zelfs tijdens de realisatie. En dat geeft een grotere
kans op fouten dan bij vervaardiging van een massaproduct." We kunnen nu al
een gebouw soms zien als een integratie van massaproducten, waarom kan dat niet
doorgezet worden in het ontwerp, dus "van de plank" leveren?