In het
bodembeheerplan is vastgelegd onder welke voorwaarden licht verontreinigde grond mag worden hergebruikt.
De kwaliteit van de bodem is vastgelegd op de bodemkwaliteitskaart. De
bodemkwaliteitskaart is in zones met (ongeveer) gelijke chemische bodemkwaliteit
ingedeeld; de zones hebben op de kaart meestal een verschillende kleur. Een
bodemkwaliteitskaart kan worden opgemaakt op basis van historisch
bodemgebruik en van de bodemopbouw. Het gebied dat de kaart beslaat,
meestal een gemeente of een deel van een grotere gemeente, is opgedeeld in zones
met verschillende chemische bodemkwaliteit; binnen een zone is de chemische
bodemkwaliteit overal ongeveer gelijk. Tussen de zones verschilt dus de bodemkwaliteit.
Deze kaart is belangrijk voor het grondverzet. Vanuit de
bodemkwaliteitskaart kan bij het plannen van een woongebied in een bepaald
gebied in beginsel bepaald worden welke licht verontreinigde grond uit dat
gebied mogelijk kan worden hergebruikt op een andere locatie. De ontvangende
locatie kan bijvoorbeeld een (nieuw) industrieterrein zijn. Daarnaast wordt de bodemkwaliteitskaart ook gebruikt bij het uitvoeren van
bodemonderzoeken en de aan- en verkoop van
woningen.
De bodemkwaliteitskaart bestaat uit een ontgravingskaart (de bron van de
licht verontreinigde grond) en een toepassingskaart (de bestemming van
die grond).
De ontgravingskaart beschrijft de (verwachte) kwaliteit voor:
- een partij te ontgraven grond op een ontgravingslocatie
- de kwaliteit van de ontvangende bodem op een toepassingslocatie.
De toepassingskaart geeft de kwaliteitseisen weer voor de in die zone toe te passen grond. Deze eisen zijn getoetst aan de bodemkwaliteit én aan de bodemfunctie waarbij voor het al dan niet kunnen toepassen van de grond de gevoeligste functie bepalend is.
Op een bijlage van de bodemkwaliteitskaart kunnen de locaties van uitgevoerde
bodemonderzoeken vermeld staan. Niet elke gemeente beschikt over alle gegevens.