1. Afknotten
is een term die gebruikt wordt wanneer bijvoorbeeld een dakpartij aan
de bovenzijde wordt afgeplat: een afgeknot schilddak
of een afgeknotte molen (een molen zonder wiekgedeelte) of een kerk. Er wordt
eigenlijk altijd een deel van de hoogte verwijderd. Bij gebouwen vindt afknotten
meestal plaats na vernietiging van het bovenste deel, bijvoorbeeld door
blikseminslag, brand, oorlogsgeweld of verwaarlozing.
Soms lijkt een gebouw afgeknot, maar is bijvoorbeeld een toren niet afgebouwd
simpelweg omdat het geld op was (Grote
Kerk of OLV Kerk in Dordrecht).
De term "afknotten"
wordt voor allerlei afplattingen gebruikt, bijvoorbeeld afgeknotte bomen.
Bomen
worden geknot om
- het gebruik van de tenen (dunne takken, voor o.m. het maken van manden en het
aanplanten van nieuw hout)
- de wortels houden de grond bijeen aan de waterkant, waardoor deze minder snel afkalft
(de aarde rond een boom bij het water is vaak vochtig) - de bomen laag te houden en met minder bladeren, waardoor de wind minder
vat op geknotte bomen heeft (langs het water is de wind vaak fors).
Voor knotwilgen zijn de verschillende hoogte-varianten bekend met de term
"stoof", van laag naar hoog: voetstoof, kniestoof, hoofdstoof.
afgeknotte molen, lage bergse bos, bergschenhoek (foto joostdevree):