papensteen

Ook: Boomse baksteen. De papensteen dankt zijn naam aan de Cisterciënzermonniken, die midden 13e eeuw weer met kleiontginning begonnen nabij hun Sint-Bernardusabdij in Hemiksem (België) waar een zogenoemde "paepeoven" stond. Tegenwoordig wordt deze steen in een ringoven gebakken. 
Bekend is vooral de blauwe papensteen. Er bestaat rode en blauwe papensteen; beide gebruikt als hoogwaardige gevel- en siersteen. De stenen worden bijvoorbeeld vervaardigd in de Rupelstreek. Zoals bij de klampsteen bestaan er ook met de handgevormde en in de vormbakpers gevormde papestenen. 
"Regelmatige sterke baksteen, ca. 18 * 8,5 * 4,5 cm. Zowel rood als grijs gesmoord. Bij voorkeur voor gevels gebruikt (Haslinghuis)."



De term papensteen is afkomstig van paap (vroeger: paep; een katholieke geestelijke, later ook een wat negatieve term voor een katholiek).