ojief

1. Ook: vloeilijst. Een ojief is een profiel of afwerking die hol én bol is. Anders gezegd: een profiel waarvan de kromming in dwarsdoorsnede half hol half bol is, dus met een S-vormige welving. Vooral het klokojief werd veel toegepast in de Romaanse bouwkunst bij kroonlijsten e.d.
Een ojiefboog lijkt veel op een kielboog (een spitsboog met meer welving).

Er zijn twee varianten van ojieven, bezien vanuit het materiaal van de ojief, bijvoorbeeld stucwerk:
- onder bol, boven hol (klokojief, recht ojief, cyma recta; het gemakkelijkst te onthouden door aan een ouderwetse schoorsteenklok (pendule) te denken) 
- onder hol, boven bol (hielojief, omgekeerd ojief, verkeerd ojief, cyma reversa).

Verderop een afbeelding met een vergelijking tussen duivenjager, kraal en ojief.


klokojief, recht ojief, cyma recta
(parlington hall, aberford, yorkshire):


hielojief, omgekeerd ojief, cyma reversa
(parlington hall, aberford, yorkshire):


detail van een schuifraam met hielojief (ambachtelijk timmeratelier john van schijndel):


ojiefvormen ojief en hielojief (bewoond bewaard):


duivenjager, kraal en ojief (handboek houtconstructies, 1907):


ojiefboog (kielboog), woolworth gebouw, new york, dat doet denken aan de mechelse bouwstijl:


De term ojief is waarschijnlijk afgeleid van ogief (denk aan de betekenis van peerkraal).

Met dank aan Bouwkundige termen van Haslinghuis en Janse en Dig Keur (Vademecum De Late Middeleeuwen, uitgeverij Profiel).

Zie voor verschillende profielen, hollijst, kraal en cimaas.

Eng. ogee moulding, ogee molding (Am.)


2. Soms wordt de term ojief (helaas ook) gebruikt voor een ogief.