calotte, kalot

1. Ook: bolkap. Een calotte is een schaalvormig gewelf of het bovenste gedeelte van een koepelvormig gewelf. Het is dus vaak geen koepel in de vorm van een halve bol maar beslaat slechts een gedeelte daarvan.


calotte van het pantheon, rome, 120 na chr.:


met de zon meedraaiend huisje in de vorm van een calotte, een soort iglo (le chalet tournesol, au-delà des nuages):


Calotte is Frans voor kapje, schaal of kruin; denk aan ons keppeltje of kalotje, een soort alpinopetje.
Eng. calotte


2. De kalot is de concha, de overwelving van bijvoorbeeld een apsis met een koepel in de vorm van een kwartbol. Concha betekent letterlijk schelp en is in het Spaans een ander woord voor apsis.