1. In de term "monnik
en non": de monnik is de bovenste, bolle dakpan bij "holle en bolle pannen".
monniken en nonnen van halve cilinder van kees wonink, toegepast door bureau
architecten aan de maas in maastricht en rotterdam:
2.
In de term "beer en monnik":
de monnik is het torentje dat op de beer is geplaatst om het overlopen van de beer
(oversteken van de gracht) te voorkómen.
Het torentje wordt, naast monnik, ook wel pop genoemd.
Eng. batardeau and ?
Fr. bâtardeau (un) et dame (une), bâtardeau (un) et demoiselle (une);
overigens, beide ook batardeau, dus zonder accent circonflexe
("dakje")