Ook: mezenkouw,
mezenkooi. Een mezekouw of mezekooi is een kleine
uitvoering van een machicoulis, een uitkragende galerij van steen
of hout met gaten in de vloer.
De verdedigers zijn zo in staat om aanvallers te bekogelen of hete
olie te storten zonder dat zijzelf gevaar lopen en dat hun uitbouwsel vlam
vat. De mezekooi vinden we daarom vaak bovenaan torens en boven de
toegang van een stadpoort, vesting of kasteel.
De machicoulis wordt ook wel genoemd hordijs, pekneus of werpgang.
mezekooi of mezekouw tussen de twee torens van de sassenpoort in
zwolle; de werpgaten zijn duidelijk te zien (copyright dig keur, vademecum
de late middeleeuwen, uitgeverij
profiel):
De termen mezekooi en mezekouw zijn volksetymologisch (door de uitspraak)
ontstaan uit het Franse māchicoulis, afgeleid van het Oudprocencaalse machacol
dat wellicht is ontstaan uit het Latijnse macero (afmatten, kwellen) of machina
(kunstwerk, kunstgreep, list).
De naam mezekooi is wellicht mede afkomstig van de uitgebouwde vorm die dit verdedigingswerkje
heeft.