T- en krukhuisboerderijen komen op meerdere plaatsen in het verspreidingsgebied
van het hallenhuis voor. De meeste tref je echter aan op de vruchtbare rivierkleigronden
langs de IJssel en de grote rivieren.
Bij de krukhuisboerderij is het woonhuis naar één
kant uitgebouwd en bij de T-huisboerderij naar twee kanten. Vooral in de Tielerwaard
hebben deze boerderijen soms grote overstekken boven de deeldeuren in de achtergevel.
Lange tijd was hennep het voornaamste landbouwproduct in de Zuid-Hollandse
waarden; de hennep werd gebruikt voor de fabricage van touw en zeildoek. Vanaf
de tweede helft van de 19e eeuw werden hier de kaasmakerijen belangrijker. Door
de uitbouw kon een deel van de boerderij bestemd worden als kaasmakerij.
In andere streken was de uitbouw vooral een blijk van status van de boer.