home  meewerken?

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
stikstofcrisis en oplossingen


ijsheiligen

 

ijsheiligen

IJsheiligen is één van de oudste begrippen uit de volksweerkunde en misschien wel het bekendste. De eerste berichten over deze "strenge heren" dateren van rond het jaar 1000. De IJsheiligen zijn St. Mamertus, St. Pancratius, St. Servatius, St. Bonifacius en St. Sofie. Zij vieren hun naamdagen op achtereenvolgens 11, 12, 13, 14 en 15 mei. 
De IJsheiligen ontlenen hun naam aan het gevaar van koud voorjaarsweer voor het gewas, dat in deze tijd in volle bloei staat. Een late vorstnacht kan nu veel schade aanrichten.

Het is niet zo dat de kans op nachtvorst tijdens de IJsheiligen groter zou zijn, maar na 15 mei (Koude Sofie) neemt de kans op vorst zeer sterk af (zie ook de grafiek), hoewel dat met het enigszins veranderende klimaat in onze streken niet met absolute zekerheid is te zeggen. Na de IJsheiligen is het veilig subtropische planten buiten te plaatsen, houd echter wel de vorst aan de grond in de gaten. 
De grafiek toont de vorstvrije dagen tussen de twee lijnen. De cijfers gelden voor De Bilt, aan de kust is het in deze tijd meestal warmer en in het oosten van het land kouder dus minder veilig voor subtropische planten. De grafiek geeft maar een stukje in de historie, maar voor het begrip IJsheiligen een aardige presentatie.

Het KNMI meldt verder nog 28 mei en 16 september als uiterste datums: "De uiterste data waarop het in De Bilt vroor waren 28 mei in 1961 als laatste dag vóór de zomer en 16 september 1971 als vroegste dag voor de winter. "


vorstdagenvrije periode de bilt;
klik voor groter


Bron KNMI.