Ook: bik, bikkel, kiezel, steengruis. Biggel
is een oude benaming voor een fijne soort grind.
In verband met de afkomst van "bikken" (houwen, denk aan
"steenhouwen") wordt verondersteld dat biggel vooral, in
ieder geval oorspronkelijk, een benaming was voor steenslag of split
(fijne steenslag); het achtervoegsel -el is in het Nederlands
vaak toegevoegd (denk aan beitel).
In het boek Grondsoorten
en Delfstoffen komt de term biggelzand voor (een grof, grindig zand).
De benaming biggelgrind is een pleonasme omdat biggel al grind
inhoudt.