Een
groot aantal maten van bakstenen hebben meer of minder een standaardformaat en hebben daarom
een speciale naam gekregen; denk aan Waalformaat en Vechtformaat.
Omdat een baksteen tijdens het bakproces ca. 8 % krimpt en er veel andere
aspecten zijn die de uiteindelijke afmetingen van een baksteen (en dus van een
bepaald formaat) bepalen, moet rekening gehouden worden met o.m. maattolerantie
en maatspreiding. Infoblad
14 van KNB-Baksteen over maattolerantie en maatspreiding.
- Maattolerantie (Tx) Bij de steenmaat zelf gelden de toleranties in steenmaten. De maattolerantie is de afwijking van de gemiddelde maat van een partij ten opzichte van de gedeclareerde
maat (nominale maat). De maattolerantie kan tot ca. 4% verschil geven door het
bakken e.d.
De maattolerantie kan gegeven worden voor lengte (strek), breedte en dikte van
de baksteen.
Een afwijking van de strek (lengte van de baksteen) heeft bij metselwerk invloed op de dikte
(breedte) van de
stootvoeg.
De door de fabrikant opgegeven maat is meestal een door de fabrikant
gemeten gemiddelde maat (van een grote hoeveelheid stenen van een bepaald model).
De maattolerantie is een factor maal de wortel uit de nominale maat in mm of een
minimumwaarde (indien de berekende waarde kleiner is dan de gestelde
minimumwaarde).
Tolerantie klasse
Voorbeeldberekening bij een Waalsteen
T1
de grootste waarde van: + of - 0,4 * √(nominale waarde in hele mm)
of 3 mm indien berekende waarde kleiner is
berekende waarden bij
Waalformaat 210 * 100 * 50 mm: + of - (6 * 4 * 3)
T2
de grootste waarde van: + of - 0,25 * √(nominale waarde in hele mm)
of 2 mm indien berekende waarde kleiner is
berekende waarden bij
Waalformaat 210 * 100 * 50 mm:
+ of - (4 * 3 * 2) mm
Tm
een specifieke,
door de fabrikant bepaalde maximale afwijking in mm; afhankelijk van
de situatie meer of minder ruim dan de berekende waarde (m van Tm is manufacturer)
Tolerantieklasse T2 is beter dan T1 als de afwijking klein moet zijn.
Maattolerantie T2 uit het voorbeeld hierboven van een 210 mm strek is 0,25 * wortel(210) = ca.
3,5 mm (+ of -), wordt afgerond op 4 mm. Via de maattolerantie kan een strek een
lengte hebben die ligt tussen 206 en 214 mm. Om die forse kloof van 8 mm te verkleinen, is de
maatspreiding ingesteld (d.w.z. niet uitgaande van wat vastgesteld is
bij dat type baksteen, maar uitgaande van een geleverde partij stenen).
- Maatspreiding (Rx)
"Het maatverschil tussen de kleinste en grootste steen uit een partij mag niet groter zijn dan de opgegeven
maatspreiding."
De maatspreiding geeft het maatverschil tussen de kleinste en de
grootste steen uit een selectie van 10 willekeurig getrokken stenen
van een geleverde partij.
Het nut van maatspreiding is dat er een aaneengesloten
"domein" is dat ergens in het gebied tussen de minimale en de
maximale waarde van de door de maattolerantie bepaalde afmetingen (voorbeeld
hierboven: tussen 206 en 214 mm). Door de maatspreiding heeft de metselaar dus
wat meer zekerheid dat
de maatafwijking kleiner is dan de forse kloof tussen de standaard-minimum- en maximumwaarde
(voorbeeld verderop: slechts 4 mm i.p.v. 8 mm).
Maatspreidingsklasse
(bij willekeurige selectie van 10 stenen uit de geleverde partij)
Voorbeeldberekening bij een Waalsteen
R1
de grootste waarde van: 0,6 * √(gemeten gemiddelde waarde in hele mm)
berekende waarden bij
Waalformaat 210 * 100 * 50 mm: (9 * 6 * 4)
R2
de grootste waarde van: 0,25 * √(gemeten gemiddelde waarde in hele mm)
berekende waarden bij
Waalformaat 210 * 100 * 50 mm:
(4 * 3 * 2) mm
Rm
een specifieke,
door de fabrikant bepaalde maximale maatspreiding in mm; afhankelijk
van de situatie meer of minder ruim dan de berekende waarde (m van Rm is manufacturer)
Voorbeeld: in een geleverde partij stenen is door de willekeurige
selectie van tien stenen de gemiddelde lengte bepaald
op 208 mm. Wanneer maatspreiding R2 is verlangd, mag de maximale afwijking van
die partij met gemiddelde strek van 208
mm zijn: 0,3 * wortel(208) = ca. 4 mm.
Maatspreidingsklasse R2 is beter dan R1 als het spreidingsgebied klein
moet zijn.
Opmerking
Dat de maatspreiding volgt uit een willekeurige selectie van slechts tien stenen
doet wel wat af aan het nut van de maatspreiding, maar de tolerantie bij het
voorbeeld van 8 mm (206-214 mm) zal vaak teveel zijn voor metselwerk, zeker als
er smalle voegen worden toegepast.
- Aantal stenen per m2
Het aantal stenen per m2 is mede afhankelijk van de verwerkingswijze
(metselen, dun metselen, lijmen, geen stootvoeg e.d.), de voegdikte
(vaak ca. 10 mm) en de maattoleranties en maatspreiding, maar uiteraard ook van het hak- en breekverlies (ca. 3%, o.m.
afhankelijk van complexiteit en steensoort).
Berekening voor gevelbaksteen is als volgt: (1*1000*1000/((lengte+voeg in mm)*(hoogte+voeg in mm))
en als straatbaksteen (zonder voegen):
(1*1000*1000/((lengte in mm)*(breedte in mm)). Spreadsheet berekening aantal stenen per
m2.
- Moduul-systeem
Het moduul-systeem is een poging eenheid te scheppen.
De genormaliseerde afmetingen van baksteen zijn afgestemd op een modulair systeem met als basis 100
mm. Dit betekent dat elke afmeting van de steen incl. twee halve voegen gelijk moet zijn aan 100
mm of een veelvoud daarvan. Indien een afmeting kleiner is dan 100 mm moet men meerdere afmetingen samentellen om een
moduul te vormen. De nominale afmetingen van de baksteen die worden opgegeven stemmen
meestal niet overeen met de werkelijke gemiddelde afmetingen waarin hij wordt geproduceerd. Dit heeft zijn reden: in het modulair systeem werd gerekend met een nominale voegdikte van 10 mm. In de praktijk is evenwel gebleken dat deze voegdikte wel eens voor problemen zorgt en een voeg van 12 mm gemakkelijker te realiseren is en zich beter gedraagt.
Theoretisch is de modulaire afmeting van bijvoorbeeld 300 mm samengesteld uit de
nominale afmeting van de steen (290 mm) + 2 maal een halve voeg (2 x ½ x 10 mm).
In de praktijk zal dit zijn: werkelijke afmeting van de steen (288 mm) + 2 maal een halve voeg (2 x
½ x 12 mm) = ook 300 mm in totaal.
Zo is hoogstwaarschijnlijk de notatie 188 * 88 * 48 voor Moduul M50 identiek aan
190 * 90 * 50...!
Formaten, namen, aantal stenen per m2
In het het overzicht hieronder staan de formaten waarin verschillende steensoorten worden
geproduceerd, eventuele benaming en benodigd
aantal stenen per m2 muuroppervlak (per spouwblad).
De nominale afmetingen worden opgegeven in millimeters en in de volgorde: lengte x breedte x hoogte.
De vetgedrukte zijn waarschijnlijk de meest
voorkomende formaten.
De benamingen van de formaten zijn vaak met een hoofdletter; vaak is dat niet meer terecht, maar
het is wel duidelijk en gebruikelijk.
1) Benadering aantal stenen per m2 bij voegdikte 10 mm
2) Meer formaten hebben dezelfde benaming {hier, bij 2), is dat klamp of
klampsteen}
3) Dito Brabants
4) Dito Rijn
5) Dito Kustformaat
6) Dito Engels formaat
7) Dito Hilversums
8) Dito Utrechts plat
9) Dito Limburgs
10) Dito Campina
11) Dito Kloostermop
12) Dito Dikformaat
13) Dito IJsselformaat
14) Dito Waalformaat
15) Dito Deens
16) Dito Derdeling
17) Dito Moduul M90
18) Dito Romeins
19) Dito Langformaat
20) Dito Euroformaat