1.
Een dok is een schuifvormige ruimte waarin een schip in onderhoud kan zijn. Het
dok kan onder water gebracht worden zodat het schip er boven kan afmeren en het
dok kan rijzen om het schip boven water te brengen, waardoor onderhoud in het
droge mogelijk is. Zo'n dok wordt droogdok of droog dok genoemd.
Een nat dok is een ook een ligplaats voor schepen maar in de vorm van een
aftakking van de vaarweg (een soort "zeer kort kanaal") dat met
sluizen wordt afgeschermd van de aan- en afvoerweg. Ook bij een nat dok wordt
uiteraard het water weggepompt om het schip te kunnen herstellen.
droogdok (foto l.m. romeling): |
nat dok (fougueux p641): |
Of
het woord dok van origine Nederlands is, is niet zeker; meestal
wordt aangenomen dat het woord teruggaat op middeleeuws Latijn ducta, doctus,
doccia (waterloop), dat behoort bij het werkwoord ducere (leiden);
bron Etymologiebank.
Eng. dock
2.
Ook:
pop. Dokken zijn dubbelgevouwen strobosjes die bij een onbeschoten dak
van holle pannen (oudhollandse pannen) werden toegepast om de kieren
tussen de dakpannen te dichten. De oude holle pannen hadden geen kop-
en zijsluiting waardoor er bij overlapping altijd naden en kieren
ontstonden. Om tocht en stuifsneeuw te vermijden werden de grootste
kieren vanaf de binnenzijde met dokken gedicht. Resultaat is een gepopt
dak, waarschijnlijk alleen nog te zien het Openluchtmuseum
Eynderhoof in de buurt van Weert.
Zo'n strobosje wordt ook wel strowis genoemd.
klik voor groter |
Met dank aan Piet Hoekman bouwkundig advies.