Welstandsvrij
wil zeggen: zonder dat wordt getoetst aan de Welstandsnota en zonder
dat welstandscommissie wordt geraadpleegd.
"Bijna
een kwart van de gemeenten heeft een deel van het grondgebied
welstandsvrij of welstandsluw gemaakt. Slechts één gemeente (Boekel,
Noord-Brabant) heeft besloten om helemaal geen welstandseisen meer te
stellen. Daar is de welstandscommissie afgeschaft. In welstandsvrije
gebieden mogen geen eisen meer gesteld worden aan het uiterlijk van de
gebouwen. Vaak gaat het om industrieterreinen, woonwagencentra,
recreatieparken of gebieden waarvan de gemeenteraad het aanzien niet
zo belangrijk vindt. Soms gaat het om experimenten met architectuur of
krijgen burgers optimale vrijheid bij het bouwen van hun eigen huis.
Een enkele gemeente hoopt met welstandsvrijheid geld te besparen.
In de nieuwe Woningwet is ook bepaald dat de vergaderingen van de
welstandscommissie openbaar zijn, en dat in de commissie burgerleden
(niet vakinhoudelijk deskundig) mogen worden benoemd.
De nieuwe Woningwet maakt het mogelijk om in plaats van een
welstandscommissie een stadsbouwmeester te benoemen. Zo'n functionaris
begeleidt de bouwplannen van begin tot eind en is ook bevoegd om een
welstandsadvies af te geven. Hij treedt dan in de plaats van de
welstandscommissie."