ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ Toets
een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven. (Oud-)student(e) Archit., Bwk, Civ. Techn.?
Iets schrijven
voor de site, als auteur?
Mail
even naar Joostdevree
De betekenis van vissing, visser,
vissingstuk, vissingplank of visserman is in de zeevaart,
binnenvaart en pleziervaart niet altijd gelijk; er zijn verschillende
"dialecten".
"In de binnenvaart spreekt men van vissing of visser en
daarmee worden de constructiedelen rond de mast bedoeld.
In de bouw van kleinere lichte houten scheepjes en bij het leggen van dekken
spreekt men van vissingstuk of vissingplank: de
midscheepse plank die de scheiding vormt tussen de beplanking aan bakboord en
die aan stuurboord." Het vissingstuk is in dit geval dus het aansluitende
constructiedeel rond de mast of (bij ontbreken van een mast) in het midden van
de dekvloer.
Kantdelen zijn de plankjes die langs de randen lopen. De kantdelen van de
dekvloer bij de buitenzijde van de romp noemt men vaak lijfhouten.
In alle gevallen betreft het dus vulstukken (passtukken) in de dekvloer (scheepsvloer).
Vissingstukken zijn vaak teak latten in dezelfde dikte als de dekdelen.
het vissingstuk is het lobvormige passtuk in het midden van de dekvloer (foto toxiq, woodworking):