Verticale integratie is de bedrijfsstructuur waarbij het bedrijf zoveel mogelijk activiteiten
van de bedrijfskolom bij zichzelf
onderbrengt. Hierdoor is het bedrijf niet afhankelijk van andere bedrijven.
Een voorbeeld hiervan is Shell, die zich bezig houdt met olie, van winning uit de grond tot verkoop aan de pomp.
Het gaat hier dus om het samenvoegen van bedrijven van een ander niveau
onderdeel van de bedrijfskolom, bijvoorbeeld een aannemerij en een zandhandel of
een architectenbureau en een aannemerij.
De golfbeweging die bij alle activiteiten van het leven een rol speelt zal
ketenintegratie weer doen ontbinden, omdat bedrijven door de ketenintegratie
onbestuurbaar kunnen worden of omdat aandeelhouders gewoon een verandering eisen
(welke verandering is niet belangrijk, als er maar wat grote veranderingen
plaatsvinden). Zo zullen de door verregaande acquisities groot geworden
bedrijven verplicht worden zich (weer) op de kernactiviteiten te richten.
Door verticale integratie maakt een bedrijf zich minder afhankelijk van andere
bedrijven. Nadeel (voor de concurrenten) kan zijn dat concurrenten
"teveel" moeten betalen voor de goederen of diensten die worden
aangeboden door één van de tot de (concurrerende) keten behorende bedrijven.
Ketenintegratie (supply chain management) is eigenlijk hetzelfde
als verticale integratie alleen wordt
deze term vaak gebruikt voor projecten: in dit geval werken bedrijven van
verschillende onderdelen van de bedrijfskolom (tijdelijk) samen om het project
tot een goed einde te brengen. Kenmerken zijn hier: wederzijdse openheid en
volledige transparantie. Het doel van deze ketenintegratie is: de beste
kwaliteit tegen de laagste kosten in de kortste tijd.
Horizontale integratie is de bedrijfsstructuur waarbij partijen met
gelijke activiteiten binnen een bedrijfskolom samengaan (bv. twee aannemingsbedrijven).
Laterale integratie is de bedrijfsstructuur waarbij de
nadruk ligt op het verbinden van verschillende ketens, bv. een voedselketen met een gezondheidsketen.