strooisteen

Strooistenen zijn bakstenen of straatstenen die zichtbaar anders zijn dan de rest waardoor een levendiger geheel ontstaat. Bij zowel bakstenen als straatstenen kan een groot vlak nogal saai worden. Bijvoorbeeld een beperkt aantal stenen van hetzelfde formaat maar een andere kleur geeft vaak het geheel een aantrekkelijker aanzien.

Bij een grote gevel kunnen een paar willekeurig aangebrachte geglazuurde bakstenen tussen matte bezande stenen een interessanter beeld opleveren.

Soorten strooistenen:
- geglazuurd (een mix van matte, bezande bakstenen met hier en daar een een glazende steen)
- een andere oppervlaktestructuur of textuur
- een andere kleur (bijvoorbeeld donker tegen licht of een heel andere, juist felle kleur gebruiken)
- een ander formaat (als dat zo uitkomt, ook bijvoorbeeld om net goed uit te komen met een bijzondere steen in die specifieke toepassing)
- met een voorstelling (of meer verschillende voorstellingen in hetzelfde formaat; denk er bij bakstenen aan de stenen niet te hoog aan te brengen omdat de voorstelling dan niet duidelijk is).

Voordelen van strooistenen
- maken het geheel levendiger, duidelijk minder saai
- brengen een beetje kleur in het leven
- kunnen door een ander formaat bijdragen aan de juiste maatvoering (bij bakstenen in hoogte of breedte, bij straatstenen in lengte of breedte).

Nadelen van strooistenen
- bij veelvuldig gebruik in hetzelfde vlak wordt het rommelig en onrustig (schiet zijn doel voorbij)
- bij veel verschillende, afwijkende kleuren strooistenen in hetzelfde vlak wordt het resultaat ook rommelig en onrustig (komt te geforceerd over)
- bij te weinig strooistenen kan het wel eens te geforceerd of te gemakkelijk overkomen ("oh ja, er moet een ander steentje in") of het lijkt of er een foutje is gemaakt
- het opnieuw "willekeurig" leggen is zeer moeilijk na opbreken voor riool, water, gas, elektra, glasvezelkabel e.d.
- strooistenen verouderen mogelijk anders dan de rest (bij zeer verschillende soorten stenen).

Bekijk het Speciale magazine over strooistenen van Wienerberger om de voordelen te ontdekken, en wellicht ook in sommige gevallen de nadelen.

Een andere manier om de gevel te verlevendigen is om het metselpatroon spannender te maken door bijvoorbeeld door kartelwerk (patronen met vooruitspringende bakstenen). Veel voorbeelden om de gevel als compositie te zien staan in het boek Het Zinderend Oppervlak van ir. Koen Mulder. (Waarschijnlijk worden de al of niet willekeurige driedimensionale veranderingen in het metselverband niet tot het verschijnsel "strooistenen" gerekend.)

rustige verhouding tussen strooistenen en basisstenen (wienerberger):

speciale strooisteen voor de gevel van een school; schoolkinderen hebben zelf de tekening in de klei mogen snijden; klik voor een aantal andere strooistenen die gebruikt werden (gelsing steenhandel):

af en toe een geglazuurde handvorm baksteen tussen matte handvorm stenen (foto gert de smet):

waarschijnlijk een goede verhouding in aantal en kleurstelling; van parkeerdak tot stadstuin (uit het magazine over strooistenen):

ook wat strooistenen in een bies kan het plaveisel levendiger maken, en misschien ook ervoor zorgen dat je met de stenen precies goed uitkomt (struyk verwo infra):

veel verschillende tinten maar toch een rustig straatbeeld (uit het magazine over strooistenen):

op een klein vlak lijkt het mooi, maar in werkelijkheid is het onrustig:

teveel strooistenen (30% van het totaal) en teveel kleurverschil geeft een warrige indruk:

Documentatie
- Speciale magazine over strooistenen (van Wienerberger)