Het evenwichtsvochtgehalte
van een materiaal geeft aan welk vochtgehalte zich uiteindelijk zal "instellen" bij een bepaalde
relatieve vochtigheid (RV). Bij elke
relatieve vochtigheid hoort een bepaald karakteristiek vochtgehalte, het evenwichtsvochtgehalte.
Het evenwichtsvochtgehalte is afhankelijk van:
- de relatieve vochtigheid
- de materiaalsoort.
Materialen kunnen bij een bepaalde relatieve vochtigheid een bepaalde hoeveelheid vocht
opnemen omdat zij meer of minder poreus zijn.
De snelheid waarmee het evenwichtsvochtgehalte zich "instelt", is afhankelijk van:
- de materiaalsoort
- de temperatuur - de relatieve vochtigheid
- de "openheid" van het materiaal (d.w.z. de bereikbaarheid en
de grootte van de
poriën in het materiaal).
Omdat de mate van opnemen van vocht uit de omgeving de zogenoemde hygroscopiciteit is, wordt de evenwichtsvochtgehalte
ook wel eens hygroscopisch vochtgehalte genoemd.
Het evenwichtsvochtgehalte beïnvloedt bepaalde materiaaleigenschappen zoals de isolatiewaarde, de
volumieke massa en de dampdiffusie.
Het evenwichtsvochtgehalte is van belang bij ruimten die vaak onderhevig zijn aan "dampschokken": badkamers, keukens e.d. (de zogenoemde natte ruimten).
Veel wanden van badkamers zijn van onder tot boven van geglazuurde tegels
voorzien; puur vocht-technisch zou het beter (ook) een meer hygroscopisch materiaal toe te passen, om
condensvorming op wanden en plafond te vermijden. Nadeel van meer hygroscopisch materiaal is dat dit door het veelvuldig opnemen en afstaan van vocht bijvoorbeeld van kleur
en volume kan veranderen.
evenwichtsvochtgehaltes van verschillende bouwmaterialen bij
verschillende relatieve vochtigheid (bronnen: jellema
deel 7 bouwmethodiek):
Hout neemt vrij snel water op uit de omgeving en geeft het ook weer
snel af. Het vochtgehalte in het hout geeft een volumeverandering: het
"werken" van
hout (het zwellen en krimpen van hout).
"In een moderne geïsoleerde woning met
een binnentemperatuur van 20 graden C schommelt de relatieve luchtvochtigheid tussen
de 35% tijdens koude winterdagen en 70% op vochtige zomerdagen:
- indien de relatieve luchtvochtigheid in de kamer stijgt tot 70% zal het hout
vocht opnemen; de hout-vochtigheid zal na verloop van tijd oplopen tot
14% (het evenwichtsvochtgehalte van eikenhout bij 20 graden Celsius en
een RV van 70% is 14%)
- indien de relatieve luchtvochtigheid in de kamer terug daalt tot 35% zal het hout
vocht afgeven; de hout-vochtigheid zal uiteindelijk dalen tot
8,3% (het evenwichtsvochtgehalte van eikenhout bij 20 graden Celsius en een
RV van 35% is 8,3%)."
Door de poriënstructuur van baksteen
is baksteenmetselwerk vaak "droog", omdat bij baksteen het opgenomen
vocht ook weer snel is afgestaan.