![]() |
![]() |
![]() |
Solderen
is een techniek om metalen onderdelen duurzaam aan elkaar te bevestigen door
toevoegen van een metaallegering die
hecht aan beide metaaldelen. De metaallegering wordt "soldeer" of
"soldeersel" genoemd. Het soldeer moet een lager smeltpunt hebben dan
dat van de metalen delen. Het soldeer bevat vaak een hars(kern) waardoor
het solderen beter gaat. De metalen onderdelen kunnen ook van verschillend
metaal zijn.
Solderen gebeurt meestal met een soldeerbout, brander of op hetelucht. De te solderen
delen worden met een messingspons schoongemaakt / geschuurd (messing
schuurt fijner dan bijvoorbeeld een metaalspons van ijzerdraad). Er zijn ook
soldeerbouten met accu, waardoor je geen last hebt van het snoer.
Zachtsolderen: legering op basis van tin (tinsoldeer, tin is Sn). Voor
het solderen van zink en lood is het bijvoorbeeld tinlood; voor koper is
het koperhoudend of zilverhoudend tinsoldeer. Het smeltpunt ligt hier op onder
de 450 graden C (200-450 graden). Zachtsolderen wordt meestal uitgevoerd met een
soldeerbout.
Hardsolderen: legering met koper (Cu) en zilver (Ag), bijvoorbeeld
soldeer Sn 95,5% Ag 3,8% en Cu 0,7% . Dit geeft een betere verbinding. Het
smelpunt ligt hier hoger dan 450 graden C (450-900 graden).
(Bij lassen smelten de metaaldelen of de verschillende
metalen echt samen tot een sterke verbinding; verder is de temperatuur bij
lassen veel hoger dan bij solderen.)
soldeerbout op accu, tot ca. 450 graden celsius, toolcraft kbi-637; klik voor groter (conrad): ![]() |
soldeerstation van 50 tot 550 graden celsius, met voeding weller wt1013, soldeerbout wp80 en veiligheidsstandaard wsr201 met messingwol en reinigingsspons; klik voor groter (conrad): ![]() |
soldeertin "sn60pb40", tin 60%, lood 40%, stannol (soldeerbout-shop): ![]() |
soldeertin "sn95,5ag3,8cu0,7", tin 95,5% zilver 3,8% koper 0,7%, 217 graden celsius, stannol (conrad): ![]() |
De term solderen is ontleend aan het Franse souder (metalen voorwerpen
aaneenhechten, ca. 1165), ontwikkeld uit het Latijnse solidare
(vastmaken, samenvoegen), een afleiding van solidus (massief, stevig,
echt; denk aan het woord solide). De oorspronkelijke Nederlandse vorm is souderen, conform de regelmatige klankontwikkeling -old- > -oud- in het Middelnederlands en het
Noord-Frans. Bron Etymologiebank.