![]() |
![]() |
![]() |
CLT, cross-laminated timber, kruislaaghout (KLH)
Ook,
soms: X-LAM (productnaam). Cross-laminated timber (CLT) is een voorbeeld van een gelijmde
houtconstructie. CLT is een product bij de houtbouw dat opgebouwd is uit kruislings verlijmde
éénlaagsplaten: de lagen worden steeds haaks op elkaar verlijmd waardoor:
- de werking uit het hout wordt gehaald
(dus stabieler)
- een sterk constructief bouwmateriaal ontstaat.
Naast de term CLT wordt ook vaak simpelweg de term kruislaaghouten
gebruikt, bijvoorbeeld in kruislaaghouten wanden.
"De CLT-panelen zijn afhankelijk van de belasting te verkrijgen in verschillende diktes. De verlijming vindt plaats middels een milieuvriendelijke lijm."
Meestal zijn de platen 3-, 5- of 7-laags vurenhout; wanneer de buitenste laag
(de zichtlaag)
van een andere houtsoort is, wordt het aantal lagen meestal even (4-, 6 of
8-laags). (Een enkele keer wordt er gewerkt met CLT in tulpenboomhout, een
hardhout soort.)
Deze platen hebben, afhankelijk van de fabrikant, een maximale grootte van
bijvoorbeeld 2,95x16 m of 3,50x22 m of 1,25x24 m waardoor een gehele wand, vloer
of dakvlak uit één plaat gevormd kan worden! Muuropeningen e.d. worden in de
gewenste vorm prefab aangebracht.
Cross-laminated timber voor houtbouw wordt vaak toegepast:
- Als CLT wand-, vloer- en/of dakelement,
bijvoorbeeld bij "houtskeletbouw" en
voor interieurs. Hiermee vervangt CLT bij kleinere gebouwen constructief beton
en staal. Er
wordt steeds meer in CLT gebouwd, en wat minder in de traditionele
houtskeletbouw. Bij grote gebouwen kan
een staalskelet
worden toegepast, hoewel in 2020 al een CLT-gebouw van 18 verdiepingen gebouwd
is; het gebrek aan massa kan wel meer windgevoeligheid geven. Bouwen met CLT is vaak een vorm van montagebouw.
In verband met de houtconstructie en vochtwerking wordt aangeraden een dampopen afwerking te kiezen
als buitenblad, bijvoorbeeld
metselwerk, mineraal buitenpleister, natuursteen of hout.
De CLT-wanden kunnen worden afgewerkt door gipsplaat en stucwerk, of door het hout
te verven, of door het hout juist uit te laten komen door te beitsen.
De beganegrondvloer kan van beton zijn om een wat beter beschermd te zijn
tegen vocht en om de vloerverwarming in aan te brengen (vloerverwarming kan
echter ook "droog").
Bevestigingsmateriaal en materiaal voor houtverbindingen voor CLT is o.m.
verkrijgbaar van Strongtie.
- Bij de stapeling van houten modules van kruislaaghout voor laag- en
middelhoogbouw.
- Als invulling met CLT-wanden en -vloeren bij:
. gelamineerde kolommen en liggers voor wat hogere gebouwen
. een betonnen kern (trappenhuis en liftschacht o.d.)
. een uitwendig vakwerkskelet.
In het algemeen wordt aangeraden de beganegrondvloer van beton te maken, om
vochtproblemen vanaf het maaiveld te vermijden en om een stabiele basis te
hebben (vooral bij hogere bouw).
Voordelen van CLT-houtbouw
- door de gekruiste lagen is uitzetting en krimp bij veranderingen van vochtigheid
en temperatuur vrij gering
- massieve constructie (de panelen worden aan elkaar verbonden; bij
niet-hoogbouw is geen ander skelet nodig)
- droge constructie
- zelfdragend en groot draagvermogen
(ook voor horizontale lasten; statische schijfwerking)
- panelen zijn strak tegen elkaar te plaatsen (nodig voor een goede
luchtdichtheid van een gebouw; hierdoor ook minder kans op koudebruggen)
- wand met geringe knik (tenzij smalle kolom)
- dikte van de dragende muren vergelijkbaar met traditioneel (baksteen, beton) bij dezelfde
isolatiewaarde (belangrijkste is toch het isolatiemateriaal)
- aangenaam binnenklimaat (door de isolerende werking van hout; het oppervlak
van wanden en vloeren is vrij snel warm en blijft vrij lang warm)
- bestand tegen aardbevingen (tot op zeker niveau)
- flexibele vormgeving (niet gebonden aan standaardmaten)
- uit te voeren in hoge mate van prefab (de
panelen worden vaak compleet met deur- en raamopeningen geleverd, met hoeken
ingezaagd om aan andere panelen te passen enz.)
- snelle bouw, mede door de droge constructie (geen wachttijden tot het
materiaal hard is zoals bij in situ gestort beton; bouwen met CLT is meer assembleren;
let wel op een langere voorbereidingstijd i.v.m. locatie van leidingen,
sparingen e.d.)
- gemakkelijk te verwerken (zagen, vingerlassen e.d.) en te bewerken (gaten
boren, schroeven aanbrengen e.d.)
- grote overspanningen
mogelijk; hoe dikker het CLT
des te groter de maximale overspanning ("op zeker moment wordt de overspanning te dik om economische, praktische en/of esthetische
redenen; grote overspanningen in houten gebouwen worden meestal bereikt door een combinatie van glulam en
CLT"; glulam is gelamineerd
spant)
- eigenlijk is er geen afwerking nodig aan de binnenzijde van het huis, maar
niet iedereen vindt dit mooi; iets bevestigen aan het hout gaat goed, maar laat
een lelijke plek na bij verwijderen (er worden aan de zichtzijde soms gipsplaten
bevestigd op het CLT, gips is wat makkelijker bij te werken)
- door het lamineerproces wordt het
grootste deel van het hout gebruikt (slechte stukken worden weggezaagd en niet
gebruikt)
- voor CO2-volgers: CO2-neutraal (koolstof is én blijft vele jaren opgeslagen in het hout; denk
wel aan de hele levenscyclus: vurenhout uit natuur-correct beheerde Noord- en
Midden-Europese bossen, onschadelijke lijm, CLT moet eigenlijk hergebruikt
worden) en er wordt in
ieder geval minder CO2 in de lucht gebracht omdat er minder productie is van
baksteen en beton.
Nadelen van CLT-houtbouw
- let op: het bouwteam moet eigenlijk wel bekend zijn met deze
vorm van houtbouw omdat het veel voorbereiding vereist
- massa is vrij groot (in vergelijking met houtskeletbouw met spouw), maar klein
in verhouding met beton
- architectonisch: vooral platte panelen (CLT is zeer moeilijk in gebogen vorm
te maken)
- gelet moet worden op de vochtigheid van de panelen (en dus van de omgeving)
tijdens opslag en gedurende het gebruik; met betrekking tot vochtigheid is een
voordeel van hout dat het een goede vochtregelaar is (mits niet voortdurend
vochtig; bij hoge relatieve
vochtigheid (RV) neemt het vocht op en staat het bij lage RV weer af)
- gevelbekleding is nodig (vaak
hout om de duurzaamheid te benadrukken en vanwege het gewicht)
- muurisolatie is nodig
(afhankelijk van het ontwerp ook buitenmuur-isolatie mogelijk)
- bij appartementen is extra geluidsisolatie
nodig tussen de appartementen (er dient materiaal te zijn om de trillingen te
onderbreken; vooral contactgeluid van boven naar beneden moet voorkomen worden
bijvoorbeeld door de lege ruimte in de vloer te vullen met een massiever
korrelmateriaal o.d.)
- leidingwerk kan in de fabriek van de CLT-panelen worden voorbereid door loze
leidingen en sparingen; let op: het ontwikkeltraject vraagt
hiervoor meer tijd omdat de E-en-W-installateurs in de ontwerpfase al moeten
aangeven en weten hoe alle leidingen moeten lopen!
- leidingwerk kan ook in de CLT-panelen gefreesd worden, maar isolatie van koude
waterleidingen is noodzakelijk i.v.m. ongewenste condensatie (beter zou wellicht
zijn de leidingen aan de "achterzijde" van de wand aan te brengen (als
die achterzijde tenminste geen "zichtzijde" is)
- let op: door het gereedmaken van de CLT-panelen in de fabriek
zijn aanpassingen na prefab van de panelen eigenlijk niet meer mogelijk (terwijl
veel opdrachtgevers dat wel juist willen; extra of aangepaste wensen vlak vóór de bouw en
tijdens de bouw komen vaak voor)
- bij het assembleren van de prefab CLT-panelen tot een gebouw is een kraan
vereist
- toekomstige aanpassingen aan het gebouw (andere functie e.d.) zijn wellicht
moeilijker te realiseren
- bij complexe constructies zijn constructieve berekeningen moeilijk (een veel grotere
constructie kan eventueel voorzien worden van een stalen skelet of van
stalen delen; windgevoeligheid kan extra voorzieningen voor de stabiliteit
vereisen)
- door de isolerende werking van hout is een
ruimte snel warm en ook weer snel afgekoeld (aan de
binnenzijde gipsplaten houdt de warmte iets meer vast); rekening mee houden bij
de BENG-eisen en TOjuli.
- CLT is zeer moeilijk te recyclen (delamineren bijna onmogelijk); wel zijn de
panelen theoretisch goed te hergebruiken, mits ze goed gedemonteerd kunnen worden en in
goede conditie zijn
- de opdrachtgever moet in het interieur van kale houten wanden houden óf de
wanden moeten voorzien worden van gipsplaten en stucwerk
- er is nog niet zo heel veel ervaring opgedaan, dus in bepaalde nieuwe
ontwerpen moet nagegaan worden welke combinaties van lagen en welke constructiewijze het meest aangewezen
is
- kosten vergelijkbaar met houtskeletbouw...? houtbouw in CLT is in 2021 nog ca.
10% duurder dan traditionele bouw, maar dat kan ook door de onervarenheid van de aannemers
komen.
Enkele kenmerken van CLT
- meerlaags (meestal 3, 5 of 7 lagen vuren)
- maximale afmetingen plaat 2,95x16 m of 3,50x22 m of 1,25x24 m (afhankelijk
van fabrikant)
- volumieke
massa ca. 450-470 kg/m3
- warmtegeleidingscoëfficiënt
ca. 0,20 W/(m.K) (lambda van massief hout is 0,11-0,18; vurenhout is niet zo
compact en heeft een lambda van 0,13; door de lijm zal het wat minder goed
isoleren en ca. 0,20 zijn)
- soortelijke warmte
ca. 1600 J/(kgK)
- dampdiffusieweerstand 20-50 (bij
dikte van 16 cm is dit 3 à 8 m)
- houtvochtigheid ca. 12% +/- 2%
- dimensionale stabiliteit (in lengte en breedte) 0,02% per 1% verandering van houtvochtigheid
- brandwerendheid en daarmee brandveiligheid is goed (uitleg)
- CLT is een plaatmateriaal.
Herkomst van het hout
Duidelijk moet zijn dat het hout uit werkelijk duurzame bossen afkomstig is,
dus niet zoals de biomassa uit omvangrijke eeuwenoude bossen waar al het leven
uit gehaald wordt. Dat zal best lastig zijn en het hout duurder maken, maar als
je graag in natuurlijk materiaal woont en werkt, dan moet je er ook wat
voor over hebben en de natuur van de rest van de wereld zoveel mogelijk in orde
laten. Forse delen van bossen kappen is biologisch waanzin, nooit wordt aan de
leefomgeving van de daar huizende dieren gedacht. Je ziet ook nooit dat er maar
een redelijk smal gedeelte in een bos wordt gekapt en niet kaarsrecht.
Overigens, het duurt ca. 40 jaar voor je echt een nieuw aangeplant bos kunt
"oogsten", als er al sprake is van heraanplanten natuurlijk.
Houten deuvels in plaats van lijm
Er bestaat ook een CLT-variant zonder lijm. De dunne platen hout worden met
deuvels aan elkaar bevestigd. De deuvels zijn van een andere soort hout waardoor
ze de lagen hout goed aan elkaar horen vast te zetten. Dit type CLT wordt in
het Engels Dowel Laminated Timber (DLT) genoemd.
een clt-paneel met 8 lagen (binderholz): ![]() |
verbinding tussen clt-panelen met 3 lagen: ![]() |
clt, ook toegepast in interieur (de groot vroomshoop): ![]() |
clt-hoogbouw met stalen skelet en donker architectonisch baksteen (hawkins\brown architecten): ![]() |
groot prefab clt-paneel (binderholz): ![]() |
houtskelet van clt-panelen, afwerking vloer en wand (binderholz): ![]() |
assembleren met clt-panelen (greenspec): ![]() |
assembleren met clt-panelen (binderholz): ![]() |
Documentatie
- CLT,
Cross Laminated Timber (van De
Groot Vroomshoop Gelijmde Houtconstructies)
- Bouwen met CLT (van Timberteam)
- Cambourne Village College, Cambridge (van B&K Structures / X-LAM Alliance)
Met dank aan o.m. De
Groot Vroomshoop, B&K
Structures, Hawkins\Brown, Binderholz,
Timberteam en
vakblad Houtwereld.
Verg. houtskeletbouw, Structural
Insulated Panels SIP's, gelamineerde
spant, vakwerk,
triplex.
BauBuche is een Europees product van parallel (dus niet kruislings)
gelamineerd fineerbeuken.
Verwar de term kruislaaghout niet met kruishout.
Eng. cross-laminated timber (CLT), crosslam, X-LAM; soms: Mass Timber, Mass
Lumber (massief hout i.t.m. houten panelen met lucht of
isolatiemateriaal ertussen)
Du. Brettsperrholzplatte (BSP), BSP-Holz, Brettschichtholz (productnaam), Kreuzlagenholz (KLH), CLT,
X-LAM (cross laminated
timber);
soms: Massivholz (massief hout i.t.m. houten panelen met lucht of
isolatiemateriaal ertussen)