Kijk, voor een veelheid aan verschillende deuren, ook eens op Deurtotaalmarkt
(let bij bestellen van niet-standaard deuren vooral op de afmetingen van de deur en
de hoogte van het slotgat).
Het verschil tussen een opdekdeur en een stompe deur is zeer
eenvoudig. Een opdekdeur, de naam zegt het zelf al, valt doormiddel van een
sponning gedeeltelijk op het kozijn (zo'n 15 mm). Deze deuren worden met
paumelles (een soort scharnieren) bevestigd. Opdekdeuren komen bijna alleen maar
voor bij stalen binnendeurkozijnen.
Een stompe deur heeft stompe kanten, d.w.z. recht in dit geval, en valt geheel in de sponning
van een kozijn. Deze bevestig je met gewone scharnieren.
Opdekdeuren komen vrijwel alleen maar voor als binnendeuren: als buitendeur is
de opdekdeur gemakkelijker te forceren (inbraak).
Stompe deuren komen binnen en buiten voor. De meeste buitendeuren zijn dus
stompe deuren.
Op een bouwtekening is niet altijd te zien om welk type deur het gaat; de
detaillering van deuren, ramen e.d. is mede afhankelijk van de schaal van de
tekening.
Voor een aantal zaken is het noodzakelijk de draairichting van een deur te
kennen, bijvoorbeeld voor een slot.
NEN 270 behandelt de draairichting van deuren, ramen en luiken.
draairichting met de codering die steeds meer voorkomt;
L1 en R2 (voor naar binnen draaiend);
L3 en R4 (voor naar buiten draaiend):