vakwerk, vakwerkbouw (gebouwen, kapgebinten)

Vakwerk is een constructie waarbij balken en staven een stelsel van rechthoeken en/of driehoeken vormen en aan de uiteinden en/of kruiselings verbonden worden tot een onwrikbaar geheel. Voordeel van vakwerken is dat zij voornamelijk uit driehoeken zijn opgebouwd en dat "het altijd en eeuwig opgaande principe geldt: creëer driehoeken en het geheel is vanzelf stijf".

Vakwerken worden zowel toegepast voor wanden (vakwerkbouw) als voor draagconstructies (vakwerkliggers, vakwerkbruggen, tralieliggers, ruimtevakwerken e.d.). Bij bruggen e.d. gaat het meestal om metalen vakwerken

Ook een windverband is een voorbeeld van een "miniatuur" vakwerk, waarbij gebruik wordt gemaakt van de stijve driehoek.

Vakwerk is een vorm van houtskeletbouw, maar bij vakwerk blijft het skelet aan de buitenzijde zichtbaar. Het belangrijkste constructieve kenmerk wordt gevormd door de verbindingen van de vaak forse houten balken. De ruimte tussen de stijlen, regels en schoren (de meer of minder diagonaal lopende stijlen) is meestal opgevuld met vlechtwerk (twijgen, meestal gepleisterd), leem of baksteen.
De kleur van het vakwerkskelet is vaak de kleur van het hout of donkerbruin tot zwart (vroeger: geteerd). Het pleisterwerk is meestal wit.
De vakwerkbouw in Zuid-Limburg heeft vaak schoren, terwijl in Oost-Nederland meestal uitsluitend rechthoeken werden toegepast.

Voorbeelden van vakwerkhuizen en de geschiedenis van het vakwerkhuis
.

Naast houten vakwerken voor huizenbouw zijn er ook betonnen vakwerken ("skelet van gewapend beton afgedicht met een vulling") en stalen vakwerken (metalen skelet afgedicht met een vulling).


principe van een vakwerk zoals o.m. van toepassing bij vakwerkbruggen; met de termen diagonalen, staanders, bovenrand en onderrand, knooppunt, oplegging als scharnier en oplegging als rol;
klik voor groter (uit dictaat draagconstructies ii, prof. ir. rob nijsse, tu delft):


een paar voorbeelden van
vakwerkbruggen:


een
windverband met driehoeken en gekruiste diagonalen bij het bouwhuis in aanbouw, zoetermeer (foto joostdevree):


een
vakwerkhuis:


een voorbeeld van invulling van het skelet van een vakwerkhuis: vlechtwerk, pleisterwerk (waarschijnlijk op vlechtwerk of baksteen) en baksteen; let ook op de telmerken op de regels;
klik voor groter (foto ayla87, rgbstock):


namaak-vakwerkhuis, achterzijde gregynog hall; in 1837 heeft het beton dit uiterlijk van vakwerk gekregen; "the relief 'black and white' rendering is in imitation of local timber-framed border houses"; klik voor groter (foto dave croker, geograph):


Met dank aan "Inleiding in de Bouwhistorie" van Ronald Stenvert en Gabri van Tussenbroek (Uitgever Matrijs).

Zie ook vakwerkbrug, vakwerkligger, houtskeletbouw, spaceframe, gewapend beton (betonskelet), paal-en-balk-systeem, pisé, balloon-constructie, windverband.

Eng. vakwerk (als constructiemethode) is half-timbering; vakwerkligger is truss; vakwerkhuis is timber-framed house, half-timbered house, frame house (Am.); vakwerk gevuld met baksteenvlakken en ramen is framework with a brick and glass infill; vakwerk wordt in de volksmond ook "black and white" genoemd (naar de zwart gebeitste balken en de witte pleister)