![]() |
![]() |
![]() |
Een
tumulus is een grafheuvel.
Tumuli zijn al bekend in het oude China, bij de Egyptenaren, Nubiërs,
Romeinen, in heel West-Europa maar vooral in Bretagne. De grafheuvel
is een ruimte bedekt met een aarden heuvel en een ingang, waardoor de
"begraafplaats" voor meer overledenen en in verschillende
tijden gebruikt kon worden. Af en toe werd de grafheuvel verhoogd.
Soms waren er meer ingangen. Vaak kregen de overledenen grafgiften mee
voor het hiernamaals. Sommige tumuli zijn zeer groot met hoge gangen,
andere zijn klein en meer voor lokale overledenen bestemd.
Ook piramiden en hunebedden zijn
tumuli hoewel meestal de meer of minder ronde grafheuvels als tumuli
worden aangeduid.
In de Late Steentijd, Vroege Bronstijd en IJzertijd werden er heuvels opgeworpen die als randstructuur meestal één of meer kransen van houten palen door de voet van de heuvel hadden liggen, en worden een paalkransgrafheuvel of palissadegrafheuvel genoemd. De grafheuvels uit de Midden- en Late Bronstijd zijn anders opgebouwd en worden ringwalgrafheuvels genoemd. Dit type grafheuvel kenmerkt zich met een heuvel in het midden,
er omheen een greppel en daar omheen weer een wal van aarde.
De manier van teraardebestelling verschilde ook per
periode.
-
Late Steentijd: begraven in kuil, hierover heen de heuvel (grafheuvel).
- Vroege Bronstijd: crematie, situlae (emmers, grafemmers met
grafgiften erin; enkelvoud situla) of urnen met erin asresten in heuvel
geplaatst (wordt ook grafheuvel genoemd; urnenveld? urnenheuvel?; de
urnen waren soms zogenoemde huisurnen, d.w.z. urnen in de vorm van een huisje
van gebakken klei: klein, rond-achtig, vaak met een "rieten" dakje,
één geheel vormend met de rest van het urnen huisje).
- Midden Bronstijd: dode in uitgeholde boom in heuvel geplaatst (boomkist).
- Late Bronstijd: crematie, urnen met erin asresten in heuvel geplaatst
(wordt ook grafheuvel genoemd; urnenveld? urnenheuvel?).
- IJzertijd: persoon werd verbrand, heuvel over deze plek gelegd (brandheuvel).
Niet alleen de menselijke resten werden in de tumuli begraven, ook
crematieresten vonder er een plaats, in een urn of een leren zak.
Wanneer de tumulus geheel van (kleine) stenen is opgebouwd, dus ook
niet met aarde bedekt, dan heet dat in
Schotland een cairn.
Op bijvoorbeeld Malta worden de ondergrondse begraafplaatsen (grafruimtes) hypogea genoemd.
Grote ondergrondse gangenstelsels van grafruimtes heten catacomben, uit
het Griekse kata (omlaag) en túmbos (graf). Catacomben
lijken op een net van straten; de gangen werden verlicht en geventileerd door
nauwe schachten (luminaria; Latijn voor lichten); een muurnis was
herkenbaar aan de rondboog (arcosolium; het Latijnse arcoso is
regenboog; meerv. arcosolia); een afzonderlijke grafkamer heette cubiculum
(Latijn voor kamer; meerv. cubicula); een grafdelver heette fossor
(Latijn voor graver). Vanaf eind 4e eeuw na Chr. nam het begraven in catacomben
af en werd in christelijke streken meer op kerkhoven begraven.
tumulus, dissignac; klik voor groter (vélo bretagne): ![]() |
tumulus, dissignac (vélo bretagne): ![]() |
tumulus, barnenez, bretagne: ![]() |
eenvoudige grafheuvel, nubisch (nubien): ![]() |
tumulus met keltische motieven, gavrinis, bretagne; klik voor groter: ![]() |
De term tumulus is Latijn en afkomstig van tumere (gezwollen zijn); denk
aan tumor, tumult; bron Etymologiebank.
De term tumulus niet verwarren met mutulus.
Maroiço is de Portugese benaming van een langwerpige grafheuvel in de
vorm van een soort "stenenhoop".
Met
dank aan o.m. Leylijnen & Wichelroede.
Kijk ook eens op The
Megalithic Portal.
Verg. cromlech, dolmen,
hunebed, mastaba,
megaliet,
mausoleum, columbarium,
crypte, sarcofaag,
stèle, zerk en wellicht raatakkers
(celtic fields, zwervende erven) en terp.
Eng. tumulus, barrow