civiele techniek

Civiele techniek is de techniek die het aardoppervlak geschikt maakt en houdt voor het verblijven en zich verplaatsen van mens en goederen over land, water en lucht. Belangrijk zijn bereikbaarheid en mobiliteit van mensen en bedrijven. Meestal omvat het "planning, ontwerp, aanleg, beheer en onderhoud"  van alle soorten wegen (verkeer, water, spoor, lucht) en alles wat daarmee te maken heeft ("kunstwerken" als kaden, bruggen, viaducten, tunnels), maar ook onderwerpen als energietransitie e.d. 

In verband met de omvang van veel civiele bouwwerken in alle infrastructuren (verkeer, vervoer, communicatie) is afstemming met andere organisaties bij overheid en bedrijfsleven belangrijk (ministerie van verkeer en waterstaat, provincies, gemeentes, waterschappen, Staatsbosbeheer, milieuorganisaties, aannemers).

Civiele techniek en bouwkunde zijn twee technische broertjes van elkaar:
- Bouwkunde is de techniek, en de onderbouwing daarvan, m.b.t. het bouwen van alles wat de huisvesting van mensen en bedrijven te maken heeft. 
- Civiele techniek richt zich meer op het mogelijk maken van het verplaatsen van mensen en goederen.

Opmerking vooraf:
- Planning enz. tot en met onderhoud zullen we hier kortweg "bouw en beheer" noemen; dat is geen officiële term, maar het maakt het lezen makkelijker.

Civiele techniek is, met dank aan Voort detacheerder van technische specialisten, onder te verdelen in:

- GWW staat voor grond-, weg- en waterbouw. GWW omvat bouw en beheer van voorzieningen voor het algemeen nut, o.m. van wegennet, dijken, bruggen en kanalen. Het onderdeel "grond" is meestal een impliciet deel van "weg" of "water".

- Grond: Geotechniek houdt verband met de aarde ("geo" of γη in het Grieks) en is een toegepaste wetenschap met betrekking tot bouwen in en op de grond. Belangrijke onderwerpen en gebieden van onderzoek zijn o.m.: stevigheid van de grond, geschiktheid van constructies en gebouwen op of in die grond, grondsoorten, funderingen, tunnels, parkeerkelders, grondkeringen, damwanden.
Geotechniek kan een onderdeel zijn van geowetenschappen genoemd. Geotechniek komt overeen met wat vroeger grondmechanica werd genoemd.

- Wegen: Wegenbouwkunde houdt zich bezig met bouw en beheer van wegen en wegvoorzieningen ("kunstwerken") zoals bruggen, viaducten, tunnels, keermuren.

- Wegen: Spoorwegbouwkunde omvat bouw en beheer van spoorwegen en alles wat daarmee direct verbonden is. De zogenoemde bovenbouw gaat over bijvoorbeeld ballastbedden, rails, wissels e.d. maar ook de overwegen. De zogenoemde onderbouw van een spoorweg gaat over de draagconstructie voor de bovenbouw, bijvoorbeeld een gestabiliseerde ondergrond of een civiel kunstwerk.

- Wegen: Verkeerskunde omvat vervoer, mobiliteit en verkeer. Vakgebieden zijn o.m. planologie van infrastructuren voor het verkeer, logistiek, vervoer, verkeersveiligheid en ruimtelijke ordening. Aspecten zijn o.m. opbouw hoofdwegennet (radiaal, ring, ruit e.d.), stedelijk wegennet (hiërarchie van wegen, ontsluitingsstructuur, stroomfunctie, verkeersgebied, verblijfsgebied), voorzieningen openbaar vervoer.

- Water: Waterbouw omvat bouw en beheer van waterbouwkundige werken zoals stuwen, duikers/zinkers, dijken, waterkeringen, sluizen, bergbezinkbassins, dokken, kades, aanlegsteigers. Ook aanleg en onderhoud van kusten, rivieren en kanalen behoren tot de waterbouw. Activiteiten als baggeren e.d. behoren tot de Offshore.

- Water: Hydrologie bestudeert gedrag en eigenschappen van water boven, op en onder het aardoppervlak, zoals neerslag, verdamping, bodemvochtigheid, grondwaterstroming. De kennis kan ingezet worden bij bijvoorbeeld de veiligheid tegen overstromingen.

- Water: Offshore omvat alle activiteiten die plaatsvinden op enige afstand van de kust, zoals onderzoek, exploratie en exploitatie (winning) van olie en gas, windenergie, zonnepalen op zee, teelt van algen e.d. voor voedsel of energie. Het gaat ook hier om bouw en beheer. Offshore wordt verdeeld in mijnbouw (olie- en gasplatforms), windenergie, aquacultuur en maritiem (duikers, pijpenleggers, kraanschepen e.d.). 
Onder offshore-techniek (maritieme techniek) verstaat men bouw en beheer van civiele maritieme kunstwerken.

- Water: Baggertechniek omvat bijvoorbeeld het weghalen of verplaatsen van slib, zand e.d. van de waterbodem. Doel is meestal de vaardiepte te behouden of te vergroten, landaanwinning, de waterafvoer te vergroten (meer diepte betekent potentieel meer afvoer mogelijk). Bagger is vaak verontreinigd, waardoor het afvoeren van de bagger gecompliceerd is en duur.

- Water: Waterbeheer is noodzakelijk omdat te veel of te weinig water niet wenselijk is. Doel is kwantiteit en kwaliteit van oppervlakte- en grondwater af te stemmen op wat (in een bepaald gebied) noodzakelijk of wenselijk is, bijvoorbeeld tegen overstromingen (teveel water) of enorme droogte (te weinig water). Denk ook aan waterbeheer via "ruimte aan de rivier" (de-kanaliseren, uiterwaarden weer benutten e.d.) en retentie.
Vroeger werd gesproken over waterhuishouding.

- Water: Civiele gezondheidstechniek omvat de stedelijke waterketen: drinkwatervoorziening, riolering en behandeling van afvalwater. Persoonlijke hygiëne speelt een cruciale rol in de gezondheidstoestand van een bevolking. 
Drinkwatervoorziening omvat kwaliteit en kwantiteit van het drinkwater en het transport daarvan naar de gebruikers. 
Riolering omvat naast huishoudelijk afvalwater ("vuilwater") ook hemelwater (regenwater, drainagewater). Bouw en beheer van de riolering vindt plaats door de gemeente. Lozing van rioolwater kan uitsluitend na behandeling door een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI, beheerd door het Waterschap). 
Het Waterschap zorgt voor het peil en de kwaliteit van het oppervlaktewater (zoetwatervoorziening), bijvoorbeeld ook bij extreme droogte via "doorspoelen" van waterwegen tegen verzilting.

- Energietransitie is het onderdeel met aandacht voor het vervangen van fossiele brandstoffen als olie en aardgas voor duurzame brandstoffen zoals groene elektriciteit, windenergie, groene biomassa, kernenergie. Niet alleen vanwege een klimaatverandering maar ook om onafhankelijk te zijn van buitenlandse leveranciers.

- Windenergie is vaak een aparte sectie van civiele techniek omdat voor de zeer omvangrijke windturbines op land en zeker op zee speciale technieken nodig zijn. Verder moeten er, vooral bij windturbines op land, maatschappelijke afwegingen worden meegenomen bij de besluitvorming tot het plaatsen van windturbines.  

- Ondergrondse infra omvat vervoer van water, energie (gas, warmte), elekriciteit (transport, distributie, opslag), communicatie (signalen via internet, televisie, mobiele telefonie e.d.) via kabel- of pijpleidingsystemen onder de grond. De ondergrondse infra wordt meestal vooraf gegaan door bodemonderzoeken.

- Lucht omvat in het kader van civiele techniek o.m. luchthavens en aviaducten (viaducten voor vliegtuigen).

- Milieutechniek (milieukunde) onderzoekt de menselijke impact op het milieu. De nadruk ligt op nieuwe innovaties en technologieën om een oplossing te vinden voor hedendaagse en toekomstige milieuproblemen. Voorbeelden zijn: klimaatproblemen (klimaat-adaptatie, klimaat-flexibiliteit), afvalbeheer, drinkwatervoorziening, duurzame energieopwekking, bodemverontreiniging, bodemsanering. Het vakgebied omvat naast technische aspecten ook economische, juridische en sociale facetten.

- Constructies (betonbouw, staal, hout). Een civiel betonwerk is vaak een groot betonnen element (prefab in de fabriek of via bekisting op locatie), bijvoorbeeld een sluis, windmolenpark, viaduct. Maar door milieuoverwegingen kan soms wel wat in hout of staal worden uitgevoerd, hoewel de beoogde levensduur vaak een voorkeur voor beton geeft. 

Met dank aan Voort detacheerder van technische specialisten.

Eng. civil engineering; bouwkunde is building engineering