boeiboord, boeideel

Ook, soms: boeiplank, boeiing, boeideel, boeistrook. Een boeiboord is een afwerking van een dakgoot, eventueel een dakrandafwerking (bij plat dak). Het boeiboord is meestal een houten plank of een plaat, tegenwoordig vaak van kunststof, met of zonder houtnerf, glad of met een sierrand, bijvoorbeeld Milin, Trespa of Rockpanel.

Een boeiboord kan bij een dakgoot of dakrand het volgende nut hebben:
- bescherming van de samenkomst van dak en gevel door het wegleiden van water van dak en gevel; dus beschermen dak en dakbeschot en gevel tegen regen en wind (bij dakgoot, bij dakvoet, onder dakpan, bij een dakkapel ook i.v.m. verschillende materialen die alle gevoelig kunnen zijn voor hemelwater; zie ook bij daktrim)
- bescherming tegen opwaaien van dakpannen e.d. (zie ook bij windveer en waterbord)
- het afschot (het enigszins naar beneden lopen) van een lange dakgoot naar een regenpijp is zichtbaar, waardoor een afdekking van die dakgoot aan de straatzijde nodig kan zijn; het boeiboord lijkt sier, maar heeft hier dus ook een andere, meer dan esthetische functie
- spouw, dakdelen e.d. kunnen door het boeiboord geventileerd worden zonder dat intreden van hemelwater plaatsvindt
- afwerking van de dakrand of dakgoot op een nette manier, eventueel met versiering.

Niet altijd is een boeideel aan de straatzijde van de dakgoot nodig, bijvoorbeeld bij een PVC-dakgoot met niet te grote afstand tussen de hwa's (regenpijpen) waardoor het afschot nauwelijks zichtbaar is. 
Een boeideel aan de achterzijde (huiszijde) is echter vrijwel altijd vereist.

Het zichtbare boeiboord wordt ook wel buitenboei genoemd.
De binnenboei is de plank die aan de andere zijde van de dakgoot (bij de dakvoet) tegen het dakbeschot ligt.


detail van een geprofileerd boeiboord van een dakkapel:


boeiboord, boeideel, sierrand (milin):


boeiboord van rockpanel:


Verg. windveer, waterbord, daktrim.

Eng. fascia board, cantboard;
Du. Stirnbrett