Afgekort tot: WGW.
"IJzer omzetten in
staal betekent vooral het verlagen van het koolstofgehalte. Ruwijzer bevat veel koolstof, waardoor het gestolde materiaal bros is en niet is te lassen,
te smeden of te vervormen. In de staalfabriek wordt de koolstof uit het vloeibare ijzer gebrand door er met grote kracht zuurstof op te blazen. De temperatuur loopt daarbij op tot circa 2000
graden C. Om de temperatuur niet verder te laten stijgen wordt schroot toegevoegd aan het vloeibare ijzer. Schroot is gebruikt staal, dat via de schroothandel en huisvuilverbrandingsinstallaties opnieuw wordt gebruikt bij de productie van nieuw staal (recycling).
Het staal wordt op twee manieren verder
verwerkt:
- het grootste deel wordt tot een 22,5 centimeter dikke plak gegoten en vervolgens in de
warmbandwalserij bij een temperatuur van circa 1200 °C in
bijvoorbeeld 12
stappen gewalst tot een dikte tussen de 25 en 1,5 millimeter; aan het einde van de productielijn wordt het staal
opgerold (het warm walsen is dus behoorlijk heet walsen)
- een kleiner deel van het staal gaat naar de hypermoderne gietwalsinstallatie;
in deze fabriek zijn de processen van gieten en walsen geïntegreerd tot één
procesgang; het vloeibare staal wordt gegoten, gestold, direct gewalst tot circa 1 millimeter dik en vervolgens opgerold."
Warmgewalst staal is vrij ruw, het wordt wel als constructiestaal gebruikt (minder glad
is hier toegestaan) dus binnenshuis, voor schepen
e.d.
(hoewel ook veelal koudgevormde stalen
profielen worden toegepast). Vaak wordt het staal gestraald om
de blauwachtige walshuid
en de bruinachtige roest te verwijderen, waarna een behandeling tegen corrosie
kan plaatsvinden: het aanbrengen van een enkelvoudige lasprimer
(lasverf, lasmenie), een andere primer, zinksillicaat of lak, of het verzinken
van het staal.
Diverse profielen kunnen uit warmgewalst staal worden gemaakt, bv:
platstaal en strippen, rondstaal, vierkantstaal, hoekstaal (gelijkzijdig en ongelijkzijdig), T-staal (gelijkzijdig en ongelijkzijdig),
klein U-staal en balkstalen UNP, UPE, INP, IPE, HE-A, HE-B.
Warmgewalst plaatstaal kan worden toegepast als bron voor koudgewalst
(koudgevormd) stalen profielen.
Enkele kenmerken van koudgevormd staal (dat koud gevormd wordt uit
warmgewalst staal) ten opzichte van warmgewalst:
walsfouten onder de walshuid zijn niet waarneembaar
lichter
dan warmgewalst,
minimum plaatdikte voor koudwalsen is ca. 0,10 mm
vaak
zwaarder (dikker) dan koudgewalst (per profiel bezien),
alleen verkrijgbaar in dikten >= 1,5 mm
is sterker (harder) dan warmgewalst staal, maar de rek (taaiheid) en
vervormbaarheid zijn geringer
is minder hard dan koudgevormd staal, maar de rek (taaiheid) en
vervormbaarheid zijn groter
er is geen waarschuwing voor bezwijken (vervormbaarheid is relatief
gering); dus de staalkwaliteit moet één hoger zijn dan bij warmgewalst
staal
bij belasting tot de vloeigrens (zie elastische
vervorming) kan warmgewalst staal vervormen en na ontlasting weer in
de oorspronkelijke vorm terugkeren; bij belasting voorbij de vloeigrens is
vervorming van het metaal zichtbaar (vóórdat het staal en daardoor de
constructie bezwijkt)
nauwere toleranties mogelijk in afmetingen en "scherpe hoeken"
minder nauwe toleranties mogelijk in afmetingen; geen "scherpe"
hoeken
traptreden van scheepsstaal:
De codes voor warmgewalst staal zijn HF (Hot Formed, Hot Finished)
en HR (Hot Rolled); warm getrokken staal is HE (Hot Extruded).
Documentatie -
Kijk op de Metaalgids
voor meer informatie over o.m. warmgewalst staal
De term wals is afgeleid van het Duitse Walze (wals, rol, cilinder); bron Etymologiebank.
Tekst voornamelijk van Corus
(toen de site van Corus, dat helaas is overgenomen door Tata Steel, nog interessante informatie over de productie
van staal gaf), afbeeldingen o.m. Heus Staal,
Wegbeveiliging
(Staphorst) en Woonwijzer.