home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.


verliesoppervlakte

 

verliesoppervlakte

De verliesoppervlakte is de totale oppervlakte van alle scheidingsconstructies (buitenmuren, buitenpanelen, ramen, buitendeuren, daken, beganegrondvloeren e.d.) die het "beschermd volume" van een gebouw omhullen of omsluiten, met dien verstande dat bij bepaalde oppervlakten een weegfactor geldt.
Met "verlies" wordt hier aangegeven dat er via die scheidingsconstructies energie uit het gebouw verloren gaat (of warmte het gebouw binnenkomt waardoor er koeling moet plaatsvinden). 
Het "beschermde volume" is het deel van het gebouw dat normaliter verwarmd wordt.

Let op: de verliesoppervlakte is een term uit NEN 7120, die door NTA 8800 is vervangen, maar komt ook in NTA 8800 voor. 
Zie bij BENG-eisen.


Begrenzingen van het gebouw zijn in deze context:
- buitenomgeving (gevels, daken)
- grond
- kruipruimte (kruipkelder)
- AOR, AOS (resp. Aangrenzende Onverwarmde Ruimte en Aangrenzende Onverwarmde Serre; denk bijvoorbeeld aan een onverwarmde garage).

De verliesoppervlakte wordt in vierkante meters buitenwaarts gemeten, dus aan de buitenzijde van het gebouw, inclusief de dikte van de gevels (binnen- en buitenspouwblad) e.d.
Bij de verliesoppervlakte horen niet de delen van de gebouwschil van verwarmde ruimten. Bijvoorbeeld een gemeenschappelijke muur van tussenwoningen en appartementen, of een scheidingsmuur met een verwarmd trapportaal zijn geen verliesoppervlakken/verliesoppervlakten. In het algemeen geldt: scheidingsmuren van aangrenzende verwarmde ruimten of percelen zijn geen verliesoppervlakten.


het rode kader geeft een deel van de verliesoppervlakte aan van dit gebouw (vlaanderen):


Warmtebehoefte, invloed van verliesoppervlakte op de energiebehoefte van een gebouw
De warmtebehoefte van een gebouw is afhankelijk van:
- de verliesoppervlakte
- de warmteweerstand van die vlakken (R-waarde; bij glas de U-waarde)
- het soort vlak (dichte constructie, raam/glas)
- de ligging van het gebouw ("de oriëntatie van de verliesoppervlakte", bijvoorbeeld veel glas op het zuiden is beter dan veel glas op het noorden)
- eventuele belemmeringen (bijvoorbeeld overstek en bomen houden 's zomers de zon tegen).

Omdat de verliesoppervlakte bij de berekening van de energiebehoefte bij BENG-1 (en de bepaling van het energielabel) een rol speelt, is het zinvol de verhouding tussen de verliesoppervlakte en de gebruiksoppervlakte zo klein mogelijk te houden:

Als / Ag [dimensieloos] (Als is Averlies; "ls" is afkomstig van loss, verlies; de g van Ag duidt op gebruiksoppervlakte)

Normaliter ligt die verhouding bij woningen tussen 1,0 en 2,0 afhankelijk van onder meer woningtype (tussenwoning, hoekwoning, vrijstaand, appartement e.d.).


voorbeeldgebouwen met gebruiksoppervlakte (Ag) en verliesoppervlakte gedeeld door gebruiksoppervlakte (Als/Ag), (bron beng-voorbeeldconcepten woningbouw van rvo)
klik voor de gehele tabel met herkomst, beng-eisen, to-juli e.d.:


Soms wordt over de compactheid van een woning gesproken; een compacte woning heeft weinig verliesoppervlakte ten opzichte van de gebruiksoppervlakte. Veel uit de gevel stekende gebouwdelen resulteren in een grotere verliesoppervlakte. 
"Een compacte woning heeft relatief weinig buitenmuren en verliest daardoor minder energie."

Weegfactoren
"Er bestaat een verschil tussen de som van de opgegeven oppervlakten van de scheidingsconstructies en de verliesoppervlakte, omdat bij de bepaling van de verliesoppervlakte rekening wordt gehouden met eventueel van toepassing zijnde weegfactoren (NEN 7120). Omdat het temperatuurverschil over een constructieonderdeel niet altijd gelijk is aan het verschil tussen de binnentemperatuur en buitentemperatuur, wordt de verliesoppervlakte hierop gecorrigeerd. Afhankelijk van de begrenzing van de constructie gelden de volgende weegfactoren (correctiefactor fls):

- weegfactor = 1: alle constructies die direct aan 'buiten' grenzen of grenzen aan een AOR (Aangrende Onverwarmde Ruimte) of AOS (Aangrenzende Onverwarmde Serre)
- weegfactor = 0,7: constructies die grenzen aan een kruipruimte of direct op de ondergrond (bijvoorbeeld de beganegrondvloer)
- weegfactor = 0: constructies die grenzen aan een verwarmde ruimte met gelijke binnentemperatuur."

Controle 
Tips voor een al of niet grove schatting van de verliesoppervlakte bij bestaande bouw:
- bezie het gebouw vanaf de buitenzijde (uitstekende gebouwdelen e.d.)
- schets het volume ("beschermde volume")
- doorloop alle ruimten.

Met een schets van het bouwvolume is ook bij nieuw te bouwen volumes via "de totale omhulling van de woonfunctie + 0,7 maal de oppervlakte van de beganegrondvloer" na te gaan of deze verliesoppervlakte niet teveel afwijkt van die uit de EPC-berekening.

Met dank aan o.m. S&W Consultancy.

Verg. BENG, psi-waarde, koudebrug.