1.
Een
standleiding heeft tot doel voldoende beluchting en ontluchting van de binnenriolering te waarborgen.
De
standleiding neemt dus dedrukverschillen in de afvoerbuizen van
de binnenriolering weg. "Een standleiding is een afvoerleiding
die geen grotere helling heeft dan 45 graden met verticaal."
De
standleiding loopt van het laagste punt van een gebouw tot het hoogste
punt (verticaal van de kruipruimte
tot boven het dak). Alle liggende rioleringsleidingen
(verzamelleidingen en aansluitleidingen) hebben een
verbinding met de standleiding. Standleidingen worden meestal weggewerkt,
bv. in muren.
De standleiding moet aangesloten zijn op een ontspanningsleiding
waardoor de binnenriolering in open verbinding staat met de
buitenlucht. De ontspanningsleiding is meestal het laatste deel van de
leiding dat boven het dak uitsteekt (foto onderaan, geheel rechts). Ivm.
mogelijke stankoverlast zijn er voor de plaats van de dakdoorvoer
van de ontspanningsleiding speciale eisen opgesteld.
"In de standleiding van een rioleringssysteem ontstaan twee soorten stromingen:
het vallende water met afvalstoffen en een luchtstroming. Als een kleine hoeveelheid water wordt afgevoerd, loopt het langs de wanden van de standleiding naar beneden. Hierdoor ontstaat een wrijving tussen de lucht kern en het vallende
water, waardoor lucht wordt meegezogen. Als gevolg hiervan ontstaan er drukverschillen in de standleiding. In het bovenste gedeelte van de standleiding ontstaat een onderdruk en in het onderste gedeelte een
overdruk.
Daarom dient het rioleringssysteem "ontspannen" belucht te worden.
Als dit niet gebeurt, kan forse overlast ontstaan door stankhinder als gevolg van het leegzuigen
van de sifons, geluidshinder
door sterke bewegingen in het water als gevolg van luchtinsluitingen, vertraging in de afvoersnelheid, soms zelfs verstoppingen." Overigens,
in de standleiding blijft geen water
staan.
Het kan soms nodig zijn de standleiding te verslepen, d.w.z. deze leiding
te vervolgen met één of meer bochten. Verslepingen van de standleiding kunnen
de oorzaak zijn van onderdruk met de genoemde gevolgen van stankoverlast e.d. Pas bij versleping van de standleiding
altijd een vereveningsleiding toe (soms ontluchtingsleiding genoemd,
beter is beluchtingsleiding omdat het lucht brengt in het gebied waar
onderdruk dreigt). "Een vereveningsleiding loopt parallel aan de
standleiding en is daarmee regelmatig verbonden." Als verslepen
noodzakelijk is, gebruik hiervoor dan bij voorkeur hoeken van 45 graden, omdat
die een betere afvoer mogelijk maken.
Voor de berekening van de diameter van de standleiding, grondleiding e.d. wordt
gebruik gemaakt van de formule
Qa = p * √som
Q lozingstoestellen
waarbij:
Qa = samengestelde gelijktijdige afvoer
p = gelijktijdigheidscoëfficiënt
som Q lozingstoestellen = som afvoerende lozingstoestellen.
Voor een voorbeeldberekening zie verderop bij de afbeeldingen.
standleiding en t-stukken (sovents) en (i.v.m. een versleping van de standleiding) een
vereveningsleiding (ontluchtingsleiding) in het akavent systeem voor hoge
gebouwen (akatherm):
detail t-stuk (sovent) van het akavent systeem voor hoge gebouwen, waardoor een
betere afvoer mogelijk is (akatherm):
"bij hoogbouw (> 50 m) kunt u ervoor kiezen om een dubbele standleiding toe te passen en de verdiepingen hierop
'om en om' aan te sluiten; door beide standleidingen op elke verdieping met elkaar te verbinden, ontstaat
er optimale beluchting" (wavin):
berekening van de diameter van de grondleiding, de uitloop van de afvoer
naar het riool, waarbij voor woningen geldt dat de gelijktijdigheidscoëfficiënt gelijk is aan 0,5 ;
klik voor groter!
(uit de
pdf vuilwaterafvoersystemen voor hoogbouw van van akavent/akatherm):
renovatie van doorgeroeste, lekkende of om wat voor reden dan ook dichtgeslibde standleidingen
of uitleggers kan plaatsvinden door deze schoon te maken en te voorzien van het tubus system
(tubus system):
de methode van renovatie van de standleiding door het tubus system; via de
ontluchter op het dak wordt de standleiding gereinigd en voorbehandeld,
daarna worden een aantal lagen glasvezelversterkt polyester aan de binnenkant van de bestaande leiding
gespoten; deze lagen vormen een nieuwe binnenleiding met een gegarandeerde
dikte van 3 mm (tubus system):
Normeringen e.d. NTR 3216 Riolering van bouwwerken
(Richtlijnen voor ontwerp, uitvoering en beheer) behandelt ook de standleiding.
NEN-EN 12056-2:2000 Binnenriolering onder vrij verval - Deel 2: Ontwerp en berekening van
huishoudelijk-afvalwatersystemen.