De
Romaanse bouwstijl,
van de 10e tot het midden van de 13e eeuw, wordt gekenmerkt door:
- dikke,
zware muren
- de muren zijn spaarzaam gedecoreerd (lisenen
en spaarvelden met rondboogjes)
- kleine ramen metrondboogvensters
(de ramen zijn vaak hoog aangebracht om tocht
te vermijden; bij het koor vaak lager aangebracht om licht op het altaar te
laten vallen)
- de ramen zijn vaak in spaarvelden aangebracht
- muraalbogen - geen of weinig steunberen (de
muren zijn dik genoeg)
- soms de aanwezigheid van één of meer hagioscopen
(laagvensters).
"Bij
deze bouwstijl werd voortgebouwd op de constructies van de Romeinen, met
massieve stenen muren. Er worden drie perioden onderscheiden: de eerste met houtenkappen, de tweede met stenen gewelven
en de derde met hogere muren en minder gesloten muurwerk". De gewelven
waren tongewelven en (later) kruisgewelven.
Bekende Romaanse kerken in Nederland zijn de Sint-Servaasbasiliek en de Basiliek
van de Onze-Lieve-Vrouwekerk (beide in Maastricht) en de Pieterskerk en Janskerk
(beide in Utrecht); zie ook de Lijst
van Romaanse bouwwerken in Nederland op Wikipedia.
In Engeland wordt de Romaanse bouwstijl, naast Romanesque, ook vaak Norman
Architecture (Normandische architectuur) genoemd vanwege de Normandiërs die in 1066 de Romaanse bouwstijl
van Normandië naar Engeland
brachten. Naast kerken werden veel vestingen in deze stijl gebouwd, in zowel
Noord-Frankrijk als Engeland.
Voor veel Britse en Ierse Romaanse kunst, zie Corpus of
Romanesque Sculpture in Britain and Ireland.
het bakstenen kerkje van marsum bij appingedam, de mauritiuskerk; het
kerkje stamt uit de tweede helft
van de 12e eeuw en ligt op een wierde, een groninger vluchtheuvel; het
grootste deel van het dak van de apsis
heeft nog dakpannen van de
soort monniken
en nonnen; foto harm hofman:
Het woord Romaans is afkomstig van het geromaniseerde Europa
(overblijfsel van de Romeinen in Europa), dus indirect ontleend aan het woord Rome.