ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ Toets
een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.
Het is al gelukt dat er bijna
nergens woningen gebouwd mogen worden,
nu wil GroenLinks overal
betaald parkeren in Utrecht.
Zie GroenLinks
en de bizarre dwingelandij.
Een
pijler is een rechtopstaand bouwelement: een meestal forse, vrijstaande drager van een
boog, balk (ligger), plaat,
hoofdgestel, gewelf
o.d. De pijler heeft doorgaans een vierkante of rechthoekige doorsnede. Een ronde pijler wordt
bij gebouwen meestal een zuil
genoemd. Een pijler kan, net als een zuil, voorzien zijn van een basement
en een kapiteel.
De verjonging (het naar boven toe afnemen in omvang of zwaarte) die we vaak bij zuilen aantreffen, komt
niet voor bij pijlers en pilasters
(halfzuilen).
Een samengestelde pijler is een zware pijler met pilasters of colonnetten
tegen de rechte vlakken of, soms, met vier zuilen op de hoeken van de pijler.
Een bundelpijler is een pijler
die
uit meer schachten bestaat of lijkt te
bestaan.
In de huidige bouwtechniek wordt de term pijler vaak gebruikt voor de meer of minder pilaarvormige dragers bij
bruggen en omvangrijke gebouwen, dus niet noodzakelijk met een vierkante of
rechthoekige grondslag.
klik op de afbeeldingen voor groter
de pijlers van de clapperbridge waarbij de
overspanning tot de volgende pijler steeds maar één enkele platte
steen is; de term "clapper" heeft te maken met het klepperen
(klapperen) van de stenen balken op de stenen pijlers
wanneer de brug belopen wordt (foto nicolette van heesch):
bijzondere pijlers bij gebouw carrefour, leiden (staalmakers):
een pijler van de waalbrug; deze pijler heeft geen vierkante of
rechthoekige grondslag, maar door de omvang en de vorm zou de term zuil
niet correct zijn; overigens, hier lijkt wel sprake te zijn van verjonging
maar dit is meer een verdikking van de voet om de krachten goed op te
vangen (stichting
noviomagus):
een beeld van de vele 30 tot 40 m hoge pijlers van
de oosterscheldedam:
bundelpijlers van de exeter cathedral, engeland, bouw 1328-1342, de
profielen van de spitsbogen in de muur lopen
door in eigen
"pijlers" van de bundelpijler (boek meester-metselaars van nicola
coldstream):
Het woord pijler is een nevenvorm van pilaar; beide woorden zijn dus afkomstig
van het Latijnse pilare, van pila (paal); bron Etymologiebank.