Voor
vogels ook: vogelhuisje. Een
nestkast is een kleine behuizing voor dieren waar zij hun eieren kunnen leggen
en uitbroeden (vogels) of waar zij de jongen kunnen baren (o.m. zoogdieren) en
groot kunnen brengen. Meestal is een nestkast van hout, maar ook steen, beton,
keramiek of harde klei zijn mogelijk.
Voor
vogels zijn er, naast speciale
dakpannen (zwaluwpan), ook nestkasten verkrijgbaar die als beugelkast aan de
muur bevestigd of in de spouwmuur
ingebouwd kunnen worden.
Verder is er een speciale vogelvide
waarmee mussen weer broedgelegenheid hebben zonder dat het dak op
enige manier beschadigd kan worden.
Een neststeen is een nestkast die van steen is of ingebouwd is in een
gevel van baksteen, beton o.d.
Er zijn voor verschillende vogels verschillende nestkasten verkrijgbaar.
Belangrijke aspecten bij aanschaf en gebruik van een nestkast zijn (met dank aan
o.m. Vogelbescherming
Nederland):
- voor welke vogelsoorten of andere diersoorten (vogelsoort, vleermuis, marter,
egel e.d.)
- de aanvliegopening (het meestal ronde gat; klein, groot mede afhankelijk van
de grootte van het volwassen dier)
- de diepte van aanvliegopening tot de bodem (dieper is veiliger voor de jonge
vogels, maar ze moeten er uit kunnen "vliegen")
- de grootte en plaats van de aanvliegopening is afhankelijk van het type dier
(diersoort, omvang e.d.)
- wel of geen stokje onder de aanvliegopening (sommige vogels hebben het
waarschijnlijk nodig; sommige grotere vogels schijnen het stokje te gebruiken om
op te zitten en juist de jonge vogeltjes eruit te halen)
- deksel of scharnierende kant met sluiting om nestkast te openen (handig om
schoon te maken als de vogels uitgevlogen zijn)
- hang meer nestkasten voor dezelfde vogelsoort niet dicht bij elkaar (voor de
meeste vogelsoorten geldt dit; hang ze een meter of 10 van elkaar bij dezelfde
vogelsoort en een meter of 3 bij nesten voor verschillende vogelsoorten; let op:
andere soorten zoals mussen, spreeuwen en zwaluwen broeden en voeden juist graag
bij elkaar in de buurt, zie de foto's van de nestkasten voor huismussen en
huiszwaluwen verderop)
- hang een nestkast nooit in de volle zon(soms kan de zuidzijde wel,
maar dan alleen onder een overstek of
diepe dakgoot
zodat de kast voldoende in de schaduw is; let op: een nestkast voor insecten
als bijen e.d. schijnt juist wél in de zon te moeten hangen en in de buurt van
bloeiende planten)
- zet een nestkast stevig vast (zodat hij niet gaat slingeren en
bonken)
- hang een nestkast beschut tegen de
wind (aanvliegopening het liefst op noordoost)
- hang een nestkast op een rustige plaats en uit de buurt
van katten (dus 1,5-2 m hoog)
- zorg voor een vrije en veilige aanvliegroute (geen takken voor de nestkast en
uit de buurt van katten; plaats eventueel gaas o.d. om de boom; hang de nestkast
niet te laag)
- als er jongen in de nestkast zitten en het is gloeiend heet weer
en u kunt bij de nestkast komen, hang dan af en toe een natte theedoek o.d. over
de bovenkant van de nestkast; aanvliegopening van de nestkast vrij houden
-
maak het nest na het broedseizoen goed schoon met kokend water (trek
huishoudhandschoenen aan; sluit de kast na schoonmaak en drogen weer goed; in de
winter kunnen vogels er schuilen voor kou en regen)
- hang nieuwe nestkasten alvast in het najaar op (wennen aan de kast en in
winter beschutte plek)
- plaats geen camera'tje e.d. als daar geen absolute noodzaak voor is (het
camera'tje staat natuurlijk nooit in één keer goed; aanpassen stoort de dieren altijd).
Bedenk wel:
- niet alle dieren waarderen de onmiddellijke nabijheid van mensen - sommige dieren kunnen de goedbedoelende mens niet
"zien" (vleermuis, mol)
- sommige dieren kunnen door hun beet of krab
ziekten overbrengen.
Andere zaken die het leven of overleven van ook andere dieren vergemakkelijken,
zie hulpmiddelen
t.b.v. dieren.