Een koepelgewelf is een gewelf of een
dak in de vorm van een halve bol of een kleiner deel van een
bol.
De ruimte die overkoepeld wordt kan
rond, vierkant of veelhoekig zijn. Deze constructie tussen de open
ruimte van het gebouw en de koepel wordt koepeltrommel of tamboer
genoemd.
Om het koepelgewelf aan de binnenzijde goed uit te laten komen
wordt voor belichting daarvan vaak een tamboer met vensters gebruikt of een ronde opening,
een oog (oculus), gemaakt of een torentje met ramen op die opening.
Koepelgewelven worden, in verschillende omvang en verschillend
uitgevoerd, in vrijwel elke bouwstijl
toegepast.
Het woord koepel is ontleend, misschien via het Franse coupole
(1666), aan het Italiaanse cupola (1348), een geleerde ontlening uit de
architectuur aan het Laatlatijnse cupula (klein vat, klein gewelf),
verkleinwoord bij het klassiek Latijnse cupa (vat, kuip, beker);
bron Etymologiebank.