gevelplint

Ook: plint, soms (Vlaanderen): basement. Een gevelplint wordt toegepast aan de voet van het gebouw en beschermt de gevel tegen opspattend vuil, (regen)water en mosvorming. Om die reden heeft de gevelplint vaak een donkere kleur. De gevelplint kan in de gevel liggen (in hetzelfde vlak als de gevel), maar ook er enigszins vóór. 
Wanneer de gevelplint iets uit de gevel steekt, wordt de plint aan de bovenzijde vaak afgeschuind om het water, dat van de muur loopt, beter te kunnen verwerken (een soort waterslag of raamdorpel). Soms wordt de gevelplint voorzien van een aluminium waterslag; het aluminium moet wel passen bij het materiaal van de gevelplint en de rest van de gevel.
De voetlijst of plintband is de overgang van plint naar metselwerk; die kan van een eenvoudige uitvoering zijn, maar ook een waterslag zijn.

Het materiaal van de gevelplint is natuursteen (vaak hardsteen, blauwe steen, soms arduin), beton, composiet (Holonite, ook geïsoleerd), kunststeen (Styrock, ook geïsoleerd), pleisterwerk (cementgebonden pleisterlaag, glad afgewerkt), cementgebonden sandwichplaat met een kern van polystyreen of, soms, cortenstaal. 
Een houten gevel heeft meestal geen houten gevelplint i.v.m. inwerken van vocht, maar natuursteen, pleisterwerk of een composiet (soms heeft de gevel van een houten huis een onderzijde van baksteen om het hout tegen vochtinwerking te beschermen).

De functie van de gevelplint:
- voet van het gebouw beschermen tegen opspattend hemelwater, vuil, mos en de gevolgen van vorst
- esthetische waarde: karakter geven aan een gebouw
- soms: onvolkomenheden onderaan de gevel camoufleren
- soms: thermisch isoleren van de voet van een gebouw, bijvoorbeeld door een composiet met isolatiemateriaal (Holonite en Styrock hebben ongeïsoleerde en geïsoleerde gevelplinten van composiet)
- soms: het gebouw beschermen tegen indringen van hoog water; de plint kan hier uitgevoerd zijn in waterdicht beton of wellicht waterdicht pleisterwerk
- soms: het gebouw beschermen tegen optrekkend vocht (zie cementraam, trasraam).

Overwegingen:
- vooral bij pleisterwerk gevels is verontreiniging door spattend hemelwater met vuil nogal zichtbaar
- een gevelplint kan naast functioneel (spatten hemelwater enz.) ook esthetisch aantrekkelijk zijn
- trek de gevelplint niet té hoog op, dat geeft een vreemd uiterlijk (soms wordt de plint tot aan de raamdorpel doorgetrokken van een raam op "normale" hoogte)
- maak de gevelplint niet te laag (spatten hemelwater boven de plint)
- als de gevel aan de buitenzijde wordt geïsoleerd, neem dan meteen de plint mee (dat voorkomt vuil en nat worden van de nieuwe gevelbekleding)
- natuursteen en sommige andere materialen zijn gelimiteerd in afmetingen waardoor de afzonderlijke delen zichtbaar zijn (dit is niet erg maar de afwerking moet wel exact plaatsvinden)
- achterzijde van natuursteen en ander plaatmateriaal moet goed ingesmeerd worden met specie of lijm, vooral bij oneffen gevels
- voorkom vochtdoorslag en aftekening daarvan op de gevelplint; specie of lijm die met een paar dotten de platen natuursteen o.d. vastzet aan de gevel geeft na regen vaak natte plekken te zien!; de gevelplint moet "volvlak" verlijmd worden ofwel over de gehele oppervlakte (en bij voorkeur niet te dun); gebruik altijd ene voorstrijkmiddel op zowel de gevel als de plaat natuursteen o.d., dat vermijdt doorslag van vocht
- de gevelplint in een kleur die sterk afwijkt van de rest van de gevel kan interessant zijn, maar probeer het eerst met Photoshop o.d. (het effect kan nogal goedkoop of clownesk aandoen)
- natuursteen plint gaat zeer lang mee
- natuursteen heeft een eigen karakter en daar mogen best verschillen in zitten
- pleisterwerk is goedkoper dan natuursteen (maar natuursteen kan fraaier staan)
- pleisterwerk is bij beschadiging gemakkelijk te herstellen, bij kapotte natuursteen moet je echt gaan zoeken wat erbij past
- pleisterwerk beschadigt waarschijnlijk eerder dan natuursteen
- pleisterwerk is gemakkelijker in een specifieke kleur uit te voeren en eventueel af te werken met granietkorrels o.d. (maar door die korrels is er wel meer en moeilijker onderhoud!)
- pleisterwerk staat ook goed bij een landelijk karakter 
- een natuursteen gevelplint kan bij een eenvoudig huis wat overdreven zijn
- als er al veel natuursteen in de gevel is toegepast, kan een plint van natuursteen wat teveel zijn (zeker bij een zeer hoge plint)
- let er, vooral bij een uit de gevel komende plint, op dat er geen kier tussen plint en gevel is (omdat daar water de gevel in kan komen)
- als plint kunnen ook tegeltjes worden toegepast, maar daar moet men echt van houden.

gevelplint, in het vlak van de gevel, licht gezoet natuursteen (natuursteen bree):

gevelplint, gezoet, geprofileerd, buiten het vlak van de gevel; klik voor groter (binnenmaas natuursteen):

gevelplint, waterdicht, bescherming tegen hoog water van de maas; klik voor groter:

verschillende methoden om traditionele gevelplinten te maken met natuursteen (uit "materialen en technieken in historische metselwerkconstructies tussen 1830 en 1945" van laura le noir, universiteit gent):

gevelplint in pleisterwerk (cement); klik voor groter (stukken pleisterwerk en cementeren):

gevelplint in styrock, met afgeschuinde deksel en isolatielaag:

gevelplint van cortenstaal; klik voor groter  (arch. levs):

gevelplint in pleisterwerk, stucplint, bij een houten buitenblad; klik voor groter (bruin stukadoorsbedrijf):

meer hoeksteen dan gevelplint, lichte kleur wellicht mogelijk door overstek dus minder hinder van hemelwater (foto joostdevree):

Verg. plint, cementraam, trasraam, hoeksteen, borstwering, waterlijst.