home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.
(Oud-)student(e) Archit., Bwk, Civ. Techn.?
Iets schrijven voor de site, als auteur?
Mail even naar Joostdevree


blokkeel

 

blokkeel

1. Blokkeel is de horizontale uitstekende balk die van de muur(plaat) naar de kreupele stijl of naar het juk loopt.
De blokkeel zorgt voor een stevige verbinding van kreupele stijl of juk met de muur(plaat).



Het meervoud van blokkeel is blokkeels.
Een variant van de blokkeel is de hamerbalk.

Zie ook bij kapconstructies, krommer en andere bouwelementen die (enigszins) uit de muur steken en meer of minder een dragende functie hebben: atlant, console, cul-de-lampe, draagsteen, gootklos, kariatide, klos, korbeel, kraagsteen, neut, rondboogfries, sleutelstuk.

Eng. spur tie


2. Ook, vroeger in Utrecht: slede. De blokkeel is bovenaan een houten pui het korte balkje waarop de uitkraging rust van de muur van de bovenverdieping. Om constructief die overstek-muur te kunnen dragen, worden de blokkeels ondersteund door houten consoles en schoren tegen de stijlen van de pui. In het westen van Nederland werden de blokkeels ondersteund door consoles, in het oosten door schoren. Doel van deze overstek was vooral de houten pui met de vele glas-in-lood-raampjes te beschermen tegen doorslag van regen. Een ander voordeel is dat het vocht van de gevel van de bovenverdieping niet of niet direct in de overstekende vloer en in de gevel van de begane grond treedt (er is meer tijd om te verdampen).
De overstek werd dus meestal niet gerealiseerd door het dóórlopen van de vloerbalken van de verdieping; ze waren daartoe meestal niet stevig genoeg.


overstek met blokkeels en consoles (hoekhuis; linker gevel); aan de zijkant (rechts) een overkraging op de hoofdbalken ('s hertogenbosch, hoekhuis orthenstraat, 1827, aquarel j. jelgerhuis rzn.; uit artikel van ruud meischke in jaarboek monumentenzorg 1996):


Documentatie
- Voorpui-overstekken en gevels op vlucht (Ruud Meischke, uit Monumenten en Bouwhistorie, Jaarboek Monumentenzorg 1996)