De
Grieken bouwden theaters, dat wil zeggen halfronde open bouwwerken voor
uitvoeringen, met meestal
tegen een berg opgaande zitplaatsen. De Romeinen
bouwden naast theaters ook amfitheaters: ronde of ovale theaters
met rondom langzaam oplopende rijen zitplaatsen of
staanplaatsen. Bij de bouw van het amfitheater werd meestal geen gebruik gemaakt van een natuurlijke
berghelling, zoals bij de Grieken: voor een (rond) amfitheater is een
natuurlijke omgeving aanzienlijk moeilijker te vinden dan voor een (halfrond)
theater. Het amfitheater stond daarom op veel plaatsen geheel op zichzelf,
hoewel soms gebruik kon worden gemaakt van een berg of helling om in ieder geval
een deel van het amfitheater gemakkelijker te kunnen bouwen.
In Rome kwam het amfitheater volledig tot zijn recht:
- de grote omvang bood plaats aan duizenden toeschouwers
- onder de arena (het speeltoneel) bevonden zich kelders met
gangen, kooien, lieren, ruimten voor techniek en uitrusting (benodigdheden) e.d.
- de cavea (tribunes), waarop de toeschouwers plaats namen, bestonden uit
ringen rond de arena (het strijdtoneel) en liepen langzaam schuin op zodat
iedereen een goed zicht kon hebben
- de maatschappelijke status bepaalde de plaats die de toeschouwers op de
cavae innamen (de loges voor de keizer en de zijnen, de rijen met zitplaatsen
waren voor de rijken, middenstand, vrouwen en de staanplaatsen waren voor het
eenvoudige volk); helemaal bovenaan was het zicht minder goed en was plaats voor
de slaven
- bij felle zonneschijn werd een velum over het theater
gespannen (een velum is een groot zonnescherm
of luifel, een soort
zeildoek).
Het amfitheater was vooral van steen, maar de banken van de zitplaatsen waren
bij de Romeinen ook wel van hout.
Het centrale deel van het amfitheater was voor toneelstukken en ander vermaak.
Het Colosseum in Rome, oorspronkelijk Amphitheatrum Flavium genoemd, is het bekendse
amfitheater dat model heeft gestaan voor vele (amfi)theaters die later werden
gebouwd.
amfitheater colosseum rome:
amfitheater arles
Amfi
is Grieks voor o.m. "beide zijden", denk aan het woord amfibie ("dubbel-levend",
zowel in het water als op het land). Theater is afkomstig van het Griekse woord théatron
(plaats voor schouwspelen) van théa (aanblik, schouwspel); bron Etymologiebank.