voorhuis

Het voorhuis was vóór de 18e eeuw het deel van het huis dat aan de straatzijde stond en vaak een bedrijfje bevatte. Daarom was het vaak hoger dan het andere deel, het achterhuis, en bevatte vaak een kelder
Vooral in oudere steden zijn de panden vrij smal, omdat er belasting betaald werd over de breedte van het eigendom. Een voordeel van smalle panden in de oudere steden is dat handel en verkoop aan de straatzijde mogelijk is en dat er veel woningen naast elkaar kunnen op eenzelfde oppervlak (dit laatste geldt ook voor nieuwbouwwijken). Een gevolg van de smalle panden is dat ze vaak zeer diep zijn, soms zó diep dat er te weinig licht in de woningen kon treden. Soms zijn in de diepe panden lichtschachten aanwezig of lichtkokers aanwezig om de donkere kamers in het midden van enig licht te voorzien. Achter- en voorhuis waren vaak gescheiden door een brandmuur.
Een andere oplossing is de panden te bouwen met een voorhuis en een achterhuis, en een binnenhof of binnenplaatsje ertussen, waardoor in zowel het voor- als achterhuis meer licht kon toetreden; voor de bereikbaarheid was er soms een gang tussen de beide huizen.

De eerste foto's onder tonen het pand aan de Brouwersgracht 218 (met voorhuis) in Amsterdam dat fraai gerestaureerd is.

Later werd ook een nieuw huis voor een schuur een voorhuis genoemd (foto onderaan). Soms stond het voorhuis dwars op de schuur of het oude huis dat verder van de weg af lag.

De benaming met "voor" leeft voort in wat we een voorkamer noemen: een kamer aan de voorzijde van het huis, bijna altijd de straatzijde.


voorhuis, brouwersgracht 218, foto uit 1946 en (volgende foto) ca. 2004 (monumenten en archeologie amsterdam):


voorhuis als een nieuw huis voor een oudere boerderij of schuur (terschelling):


Eng. (omschrijving) front part of a house