1. Verstenen is het tot steen worden (hard worden) van een stof
(materiaal):
- in korte tijd, bijvoorbeeld van betonspecie naar
beton / betonsteen, van klei
naar baksteen
- over een lange periode (als geologisch proces), bijvoorbeeld een afzettingsgesteente (van klei naar
kleisteen /schalie en leisteen, van
zand naar zandsteen), maar ook bijvoorbeeld fossiel
hout
dat zeer hard geworden is.
Eng. petrify
2. Verstenen is het vervangen van brandbare houten gevels voor onbrandbare stenen gevels (of het vervangen van oude gebouwen met houten gevels voor nieuwe gebouwen met stenen gevels). Veel huizen werden vanaf de 15e eeuw van stenen gevels gevels voorzien, vooral wanneer na een grote brand hele wijken in de as werden leggen zoasl bij de Grote Brand van Londen. Als steen werd vaak baksteen toegepast, maar ook wel natuursteen.
3.
Verstenen is in de ruimtelijke ordening het verschijnsel dat een natuurgebied,
weiland o.d. bebouwd wordt met woningen, wegen, industrie e.d.
Soms wordt over verstedelijken gesproken, maar ook binnen de stad komt verstenen
voor als parken, groenstroken e.d. plaatsmaken voor gebouwen en andere harde
bebouwingen.
Voorbeelden van een tegengestelde beweging zijn bijvoorbeeld:
- de groengevel
- het groendak
- de wadi
- de beplanting van oude verhoogd liggende spoorwegen in steden (High Line
Park New York, een ontwerp van de Nederlandse landschapsarchitect Piet Oudolf).
4.
Verstenen is verstarren, bijvoorbeeld in "architectuur is
versteende cultuur".