versnijding

1. Versnijden is het bloksgewijs verspringen van het metselwerk waardoor dat onderaan een grotere doorsnede heeft dan bovenaan, wat de stabiliteit van het gebouw verbetert. 

Voorbeelden van echte versnijdingen zijn (d.w.z. met verspringen van het metselwerk; diktevermeerdering of diktevermindering):
- in een gemetselde fundering waardoor de fundering onderaan breder is (meer draagkracht); om de paar lagen (= blok) verspringt het metselwerk een klezoor (ca. 55 mm)
- het naar boven toe minder voor de muur uitsteken van een steunbeer
- het versmallen van het muurwerk van een toren, kerk of hoog gebouw (bijvoorbeeld bij het Witte Huis in Rotterdam zijn de keldermuren 1,4 m dik en bovenaan ca. 0,4 m).

Voorbeeld van versnijdingen die eigenlijk verklimmingen genoemd worden:
- bij de overgang van een vierkant of rechthoek naar een cirkelvormige of veelhoekige bovenbouw (dit wordt verklimming genoemd; bijvoorbeeld het trompen).


versnijding, nh kerk zoetermeer (foto joostdevree):


versnijding van de muren van kasteel rhijnestein;
klik voor groter (clubs kastelen en vestingsteden):


Met dank aan "Termen en begrippen in de bouwkunst" van Koch/Kotting, 1971.

Verg. verjongen, uitkragen  pendentief.  

Eng. offset (versnijden is to offset)


2. Versnijden is het bijmengen van goedkope middelen om een grotere hoeveelheid te verkrijgen. Meestal is dit versnijden nadelig (bijvoorbeeld goede dure wijn wordt versneden met goedkopere wijn; aan verf worden goedkopere pigmenten toegevoegd), maar soms is het nuttig (bijvoorbeeld verdunningsmiddelen worden toegepast om een verfproduct beter strijkbaar te maken of sneller te laten drogen).

Eng. (aanlengen, verdunnen) dilute; (mengen) adulterate